Mamma Mia
Wat heeft Open VLD met Italië? Ik vraag het me af. Opper-Open-VLD-er Guy heeft een retraiteplek in Toscane onder de olijfbomen om te bekomen van stoute beledigingen zoals ‘da joenk’ of om een verkiezingsuppercut te verteren. Het ene gaat al sneller dan het andere ‘ma Roma non fun fata in un giorno’.
Zijn buddy Bart, de gezond blozende krullenbol die het golfkarretje mag voortpleuren en na het spel in het restaurant van de golfclub tegen de grote jongens zegt ‘Híj heeft helaas boven zijn handicap gespeeld’ of ‘Wíj hebben gewonnen’ heeft ook iets met mediterrane laarsbewoners. In zijn eigen stad dan nog wel.
Die Italianen zijn twee architecten die in alle ‘boekskes’ hun creaties laten aanprijzen. Wie een beetje achtergrondkennis van media heeft, weet hoe dat werkt. Het is het ons-kent-ons-principe waardoor bijvoorbeeld Goedele Liekens volgens Dag Allemaal nauwelijks beter is dan een tv-hoer, maar Ossobollo O de beste zangeres is van de wereld en omstreken - al hoorden we haar de laatste jaren nauwelijks nog kwelen.
Mondiale toparchitecten staan op hetzelfde niveau als Vlaamse kunstschilders die in Londen en New York de blits maken: ze hebben agressieve impresario’s, agenten, marchands, public relations bureaus…
Een goeie middelmaat die daarin durft investeren, overstijgt al zijn soortgenoten die denken dat ze het met hun talent en kwaliteit moeten waarmaken.
Bart Somers heeft iets met het Italiaanse architectenduo Studio Associato Bernardo Secchi en Paola Viganò uit Milaan. Wat die twee meer hebben dan andere architecten, weet niemand, maar Somers blijkbaar wel. Daarom is hij ook voorzitter van zijn partij, naast Noël ‘Raspoetin’ Slangen (zoals een schipper naast God), en burgemeester van Mechelen.
Het is niet de eerste keer dat hij een beroep doet op zijn Italiaanse vrienden. Niet altijd met succes. Of juister: altijd met tegenvallende resultaten terwijl de miljoenenrekeningen wel betaald werden.
Secchi en Viganò waren de architecten die het ontwerp (niet de uitvoeringsbegeleiding!) van de heraanleg van de Grote Markt in de Dijlestad maakten. De eerste aanblik is effectief verfrissend. Tot je op details begint te letten.
Enkele details:
- De mooiste gevels worden aan het oog onttrokken door een aar(t)slelijk aquarium, een glazen gebouw dat de lift naar de ondergrondse parking herbergt. Om aan te tonen dat men elke wandelaar als een randdebiel beschouwt, heeft men in megaletters op dat aquarium de naam Grote Markt gekleefd. Alsof iemand zich elders zou wanen!
- Het weinige groen bevindt zich in mobiele bakken. Er staan geen boompjes, geen zitbanken. Dat mag niet omdat het de zaterdagse markt zou hinderen en vooral het rockfestivalletje dat eenmaal per jaar gehouden wordt en waar op zoveel andere plaatsen in de stad ook ruimte voor is zonder terrasjesbezoekers te hinderen.
- De Grote Markt is geplaveid met kasseitjes waarop geen enkele kinderwagen, rolstoel, rollader, naaldhak zich kan voortbewegen. In de winter of bij regenweer zijn ze spiegelglad en levensgevaarlijk.
- De Grote Markt is afgezoomd met look-alike pseudo-oude lantarenpalen die op een afgemeten afstand van elkaar staan. Daardoor komt het dat één paal vlak voor de gaanderij van het stadhuis het uitzicht op de kathedraal en het standbeeld van Margaretha van Oostenrijk belemmert. Eén meter (1!) verderop en niemand zou het verschil gemerkt hebben, behalve aan het uitzicht.
- De horeca-uitbaters op de Grote Markt moesten ook hun overdekte terrassen afbreken en mochten alleen nog allemaal dezelfde donkergrijze parasols plaatsen. Het hele centrum leek wel een begrafenisonderneming met een sombere sfeer, zelfs op de stralendste zomerdag. Met het mes op de keel daartoe gedwongen, investeerden ze allemaal in die onzin. Gelukkig hebben sommigen het reglement ondertussen dik aan hun laars gelapt en iets blekere of fleurigere parasols geplaatst. Als het Somers niet zint, moet hij maar naar Toscane gaan. Misschien ontmoet hij er nog wel een bekende.
- De architecten hebben totaal geen rekening gehouden met het Belgische klimaat en de invloed die het weer kan hebben op bepaalde materialen en het uitzicht van oude gevels. Een piazza hoort in het zuiden thuis, onder een stralende zon en met de geur van knoflook in de lucht. Bij ons roept zo'n plein alleen troosteloosheid op.
Na deze dure miskleun (ongeveer 3 miljoen Belgische frank - 75.000 euro - voor alleen het ontwerp) mochten dezelfde architecten ook de heraanleg van de Veemarkt ontwerpen. Om ‘de grijze betonkleur wat te breken’ werd er een rode kleurstof onder de specie gemengd. De hele Veemarkt ziet er nu uit alsof het vee er pas massaal geslacht werd. Ook hier ‘prijkt’ een aquarium met een lift naar de ondergrondse parking. Kwatongen beweren zelfs dat dit afschuwelijke bouwwerk speciaal op die plaats gezet werd om het mooie uitzicht op de gevel van het Sint-Romboutscollege te verhinderen en het onmogelijk te maken er nog mooie foto’s van te maken. Het paarse stadsbestuur is niet zo happig op het vrije onderwijs!
De zogenaamde zitbanken zijn veel te lage, glazen platen die kletsnat zijn en vol plassen blijven bij de minste regenval. Ze voelen ijskoud aan en worden in de zomer gloeiendheet. Alleen kinderen tot een jaar of 14 kunnen hierop gaan zitten. Wie iets ouder en groter is, voelt zijn gewrichten kraken omdat ze veel te laag zijn.
De Befferstraat, die de verbinding vormt tussen de Veemarkt en de Grote Markt, werd enkele maanden na de aanleg, volledig opnieuw opgebroken en heraangelegd met een ander soort kasseien omdat de eerste soort levensgevaarlijk was voor bejaarden, gehandicapten, bij regenweer, bij sneeuwval, enz… De extra kosten waren voor de Mechelse belastingbetaler. De architecten hadden hun ereloon al geïncasseerd.
Elke Mechelse architect had dat voorspeld. Sterker nog: elke man-en-vrouw-in-de-straat kon dat voorspellen!
Dat was nog niet genoeg.Het Mechelse stadsbestuur vond dat ze de site van de aloude brouwerij Lamot niet zomaar mocht laten verdwijnen. Het was een stukje industriële archeologie dat voor het nageslacht moest bewaard worden.
Vertel mij maar eens wat dit nageslacht nog terugvindt van het verleden als een oud fabrieksgebouw wordt ontmanteld en volledig omgebouwd tot een congrescentrum en moderne lofts?
Ook hier waren dezelfde architecten bij betrokken. Zij waren verantwoordelijk voor het uitzicht van 'de omgeving'. Die omgeving bestaat uit een stuk van de oude brouwerij, waar je met een boogje omheen loopt vanwege het bewust bouwvallige uitzicht. Verder een donkerrood kubusachtig gebouw met supermarkt, appartementen en lofts dat lukraak werd neergepoot zonder ook maar iets van de omgeving te gebruiken om het te integreren. Ten slotte, het 'openbreken' van de gevelrij in de Guldenstraat zodat elke intimiteit die een oude stad zo charmant maakt, verloren gaat.
Secchi en Viganò ontwierpen ook het 'Dijlepad', een afschuwelijk lelijke aluminium constructie langs een middeleeuwse rivieroever. Je hóópt dat het een noodoplossing is die tegen het volgende toeristische seizoen zal verdwenen zijn. De stelling die 40 jaar lang tegen de Sint-Romboutstoren kleefde, was meer 'design' dan dit stukje stadsontsiering!
De hele Lamot-site is trouwens een tot mislukken gedoemd congrescentrum, moeilijk bereikbaar en zonder parkeergelegenheid in de buurt, met beperkte mogelijkheden en gelegen op een kleine afstand van Leuven (Brabanthal), Elewijt (Elewijt-Center) en Antwerpen (verschillende locaties) waar de allerbeste congresfaciliteiten aangeboden worden.
Alleen, dat moet toegegeven, de aula van het Lamot-center is voorzien van alle modern comfort zoals stromend water. Langs de muren.
Wat men ‘grand café’ noemt, ziet eruit zoals een bouwwerf met onafgewerkte betonnen muren, lichtarmaturen die losjes aan het plafond hangen te zweven, plastic stoelen en een schandalig dure consumptiekaart, terwijl op de overkant de terrasjes van de gezellige Vismarkt lonken. De meeste congresgangers vluchten er trouwens weg, zo snel als ze kunnen, om ergens wél gezellig te zitten.
Het Lamot-center geeft de indruk dat over twee maanden de officiële opening volgt, maar dat men er voorlopig tijdens de eindafwerking al gebruik van maakt.Maar goed, dat is niet de schuld van de Italiaanse architecten, die trouwens nogal veel actief zijn in ons land. In Antwerpen was het schepen Van Campenhout (raad eens van welke open partij?) die hen naar voren schoof om het mislukte Theaterplein te ontwerpen. Daar zullen ze ook ingeschakeld worden voor de hernieuwing van de Scheldekaaien. We vinden ze ook terug in Kortrijk, in Genk,.... Het lijkt wel of ze verliefd zijn geworden op Vlaanderen.
Of is het omgekeerd? Want wij halen ze natuurlijk naar hier. Weliswaar na het uitschrijven van een 'open architectuurwedstrijd', maar dat is nog iets anders dan een 'openbare aanbesteding'.
Feit is dat Secchi & Vianò weinig creativiteit aan de dag legden in Vlaanderen en nog minder rekening hielden met wat de rijke omgeving vaak al uit zichzelf te bieden hadden. Ze denken bovendien niet in het minst functioneel. Wel financieel.
Wat Secchi en Viganò in Mechelen al mismeesterd hebben, kan elke student van het Coloma-instituut beter!
En deze architecten, die de Mechelaar al veel te veel geld uit de belastingzak geklopt hebben en niks professioneels in de plaats hebben geboden, worden nu opnieuw ingeschakeld om de site Wollemarkt/Kathedraal te ontwerpen.
Heraanleg van de Wollemarkt? Wat moet er heraangelegd worden? Of slaat de Stad Mechelen hier twee vliegen in één klap? Een bevriend architectenpaar aan een te duur betaalde opdracht helpen en in ruil schrappen die parkeerplaatsen in hun ontwerp, waarmee voor de zoveelste keer tegemoet gekomen wordt aan die andere, Franse, vrienden van Vinci Park die de parkeergarages en -meters in de stad uitbuiten.
Het is natuurlijk zeer ongepast om te suggereren dat op een of andere manier duistere dingen zijn geregeld en daarom suggereer ik het ook niet. Maar op de duur zou je je wel de vraag beginnen stellen hoeveel onder de tafel wordt geschoven om zich te kunnen verrijken op kosten van de Mechelse belastingbetaler.
Labels: Somers | Bart
2 Comments:
Laat ons eerlijk zijn. De Mechelaars stemmen al jaren voor Somers. Ze krijgen wat ze verdienen.
waarschijnlijk leest niemand dit nog. Maar laat me het zo stellen. Als je zelf niets weet over Architectuur en Stedenbouw...zwijg dan gewoon.
Een reactie posten
<< Home