Allons enfants...
Even voor de laatste federale verkiezing antwoordde Guy Verhofstadt op de vraag van een VTM-kijker of hij enig benul had hoe duur het leven was en of hij wist hoeveel een brood kostte: “Ik koop er altijd eentje met rozijnen van 60 frank.”
Vijf jaar na de invoering van de euro, woont dus in Gent nog een bakker die zijn klanten in oude Belgische franken laat betalen. Hoever kan een stad achterna hinken op het reële leven van vandaag? Of gaat het maar over één man die niet (meer) bij de tijd is?
Hij had het nochtans kunnen weten. De vraag naar de broodprijs is een ‘gouwe ouwe’ om te testen of politici nog wel voeling hebben met het volk. Ze komt geregeld terug en een beetje politicus, die zelf nooit bij de bakker staat aan te schuiven voor croissantjes, laat zich op vaste tijdstippen door zijn kabinetschef de huidige broodprijs influisteren. Alleen Luc Van den Brande had dat niet nodig. Die stond op zondagochtend regelmatig zelf bij Bakkerij Verbinnen voor warme broodjes. Maar ach, misschien kende Van den Brande dan weer de prijs van een liter stookolie niet? Een mens kan ten slotte niet alles weten…
Gisteren was het weer prijs. Net voor het Te Deum in Brussel begon, werd de Waalse Rudy Demotte, de Vlaamse Yves Leterme en de ‘Gentse’ (waar men nog met frankskes betaalt) Guy Verhofstadt door een journalist van de RTBF gevraagd of ze wisten waarom precies 21 juli de Nationale Feestdag was.
Demotte vertelde een lang verhaal over een volksopstand tegen de Nederlanders. Verhofstadt liep zwijgend door, ging snel te rade bij zijn adviseurs, keerde op z’n stappen terug en verklaarde met de grootste zelfzekerheid dat het natuurlijk kwam omdat de eerste koning der Belgen op die datum de eed had afgelegd. Yves Leterme gokte op de afkondiging van de grondwet. Na een hint van de journalist gokte hij op het aftreden van Leopold I, daarna op het aantreden ervan en ten slotte zei de journalist zelf maar dat het vanwege de koninklijke eedaflegging was.
Ze hadden het nochtans kunnen weten. De voorbije dagen heeft het in alle kranten en ‘boekskes’ gestaan, naar aanleiding van een enquête dat slechts 1 op 5 Belgen dit wist.
Maar, so what? Er is toch geen been aan gebroken als je iets niet weet dat je elk ogenblik zonder enige moeite kunt opzoeken? De vraag naar de brood- of de benzineprijs vind ik dan nog interessanter: daar heeft een gewone mens elke dag mee te maken. Die prijs bepaalt ook de kwaliteit van ons leven. Meer nog: ons leven zelf, ons to be or not to be! Als die prijs namelijk te hoog is en onbetaalbaar wordt, dan hebben we geen eten of zijn immobiel. Zo simpel is het.
Voor mij volstaat het dat een politicus de grote lijnen van de geschiedenis kent. De details mag hij aan de journalisten overlaten…
Een politicus moet bijvoorbeeld de werkelijke reden kennen van de val van het Romeinse Rijk, de werkelijke aanleiding van de Tweede Wereldoorlog, de progroms en de holocaust.
Dat Julius Caesar met 28 of met 32 messteken gedood werd, is irrelevant. Dat de Tweede Wereldoorlog in 1939 of in 1940 begon, is ook niet zo belangrijk.
Helaas geven onze politici dagelijks blijk van een totaal gebrek aan enige historische kennis.
Toch mag van politici ook verwacht worden, dat ze – al was het maar uit enige trots – iets meer dan de grote lijnen van hun eigen land kennen.
Ik zal er niemand ooit op aankijken als die denkt dat in de Middeleeuwen Brugge de belangrijkste stad van Vlaanderen was. Brugge was toen niets anders dan een houten brugje over een waterloop en een kleine nederzetting. De belangrijkste stad was toen Oudenburg, vandaag een onooglijk dorp in de buurt van Oostende.
Ik zal er niemand ooit op aankijken als die denkt dat de Slag der Gulden Sporen in 1302 het belangrijkste wapenfeit uit de Vlaamse geschiedenis was. Die slag was nauwelijks een voetnoot in de geschiedenis, een vechtpartijtje op een weide van een voorschoot groot. Pas meer dan 500 jaar later werd de schermutseling uit de vergetelheid gehaald omdat volksschrijver Hendrik Conscience het feit verwerkte in zijn heldenepos De Leeuw Van Vlaanderen en nog eens een kleine eeuw later speelde De Witte van Ernst Claes het na zodat een hele, nieuwe generatie het nooit meer zou vergeten omdat ze de strijd zelf gevoerd had.
Maar als ik de man, die al alle bruggen achter zich heeft opgeblazen omdat hij quasi zeker is dat hij de volgende Eerste Minister van dit land wordt, de Marseillaise hoor zingen wanneer hem naar het Belgische volkslied gevraagd wordt, dan breekt mijn klomp.
En ja, ik geef toe, als het ’t Wilhelmus was geweest, zou ik ’t even pijnlijk gevonden hebben.
Wat is er ten slotte mis om toe te geven dat je belangrijkere dingen rond je hoofd hebt dan die folklore? Jean-Luc Dehaene liet zich wel verleiden om op een mechanische stier te zitten wiebelen en om een zeehond te zoenen, maar hij zou nooit in zo’n journalistenval getrapt zijn. Integendeel, als hij het antwoord op de vraag niet kende, zou hij de journalist zodanig geantwoord hebben dat die zelf het schaamrood op de wangen kreeg.
Toch is ook dit feit niet zo erg voor Leterme. Erger is dat hij namelijk geen twee, maar 4 fouten maakte op dezelfde dag. Voor de eerste twee (hij kende niet de reden waarom de nationale Feestdag op 21 juli gevierd wordt en hij zong het volkslied van een vreemde natie) kan hij uitgelachen worden en het zal hem ongetwijfeld nog zijn carrière lang achtervolgen als een goedbedoeld grapje. De twee fouten die daarop volgden, zullen hem wel zwaar aangerekend worden.
De eerste fout was dat hij tijdens de Te Deum-plechtigheid in Brussel zichtbaar aan het telefoneren was. Dat doé je niet! Ofwel schakel je je mobieltje uit omdat je respect hebt voor de plechtigheid, of je hebt het zo druk dat je dit soort poppenkast als tijdverlies beschouwt, en dan blijf je er weg.
De vierde fout was zijn reactie aan VTM, toen ze hem vroegen hoe hij reageerde op de heisa die de Waalse pers maakte over zijn Franse zangkunsten. Hij antwoordde dat hij meer belangrijke dingen te doen had dan zich met die flauwekul bezig te houden. En als iemand hem ooit zou durven dwarszitten dat die het dan vroeg of laat wel zou voelen…
Holala,… hoor ik daar nu een bedreiging? Voelt Leterme zich al in het nauw gedreven, nog voor hij in de ring staat? Mogen we ons afvragen of hij wel bekwaam genoeg is om ooit dit land te leiden, als hij in deze - toch alleen maar komische - situatie nog niet eens voldoende stressbestendigheid heeft?
Misschien zou hij wel eens heel vroeg kunnen voelen dat je niet moet proberen de meerderheid van dit land te verkwanselen, want buiten enkele honderdduizenden stemmen staat Leterme nergens. Het is niet omdat je aan de meet staat, dat je de wedstrijd gewonnen hebt – las ik ergens, met credits aan de auteur die dit mooie beeld bedacht.
Als Yves Leterme niet wil afdruipen zoals een geslagen hond, kan hij alleen nog maar de vlucht vooruit nemen. Die vlucht neemt hij niet door een coalitie te sluiten met liberalen of socialisten. De kiezer heeft hem dat met de voorhamer ingeprent. Dan blijven er nog drie partijen over: het kabouterspeelclubje van Groen!, Lijst Dedecker waarmee Leterme moeilijk zoete broodjes (voor 60 frank per stuk?) kan bakken nadat hij eerst kartelgenoot De Wever tot woordbreuk verplichtte, en ten slotte het Vlaams Belang waarmee de CD&V-achterban zoals vakbonden etc. niet wil samenwerken, maar waartegen ook Leterme als persoon een haast fysieke aversie heeft.
Bovendien hebben hij en zijn kartelpartner tegenover hun kiezers zo duidelijke beloften gedaan, dat ze die niet meer kunnen uitstellen zonder ‘vroeg of laat’ afgemaakt te worden. Zelfs gezichtsverlies zal nog het minst erge zijn dat hen dan kan overkomen.
Aan de zuidelijke zijde van de taalgrens is het nog erger: daar wil men Leterme gewoon niet. Niet omwille van zijn saai imago, niet omdat hij de Marseillaise zingt in plaats van de Brabançonne, niet omdat hij de Walen intellectueel onbekwaam vindt om Nederlands te leren, maar… omdat men zijn tjevensmoel niet vertrouwt. En wantrouwen is het grootste obstakel dat een politicus in eigen rangen tegen zich kan hebben.
Kortom, Leterme is het slimste jongetje van de klas, maar zijn diploma is geen sikkepit waard.
Het enige dat hij nog kan doen, is zelf een Forza Flandria oprichten. Wil Leterme niet als volksverrader de geschiedenis ingaan (het volk onthoudt beter geschiedkundige feiten dan politici) dan kan hij nog maar 1 kant op: tegen de Walen zeggen dat de Vlamingen in de meerderheid zijn, zowel in aantal als in kapitaalkracht en dat het profitariaat nu maar eens de duimen moet leggen en deemoedig volgen, zonder discussie, zonder onderhandeling, gewoon: buigen of barsten, plier ou crêver et pour Di Rupo la même chose. Dan moet hij zoveel mogelijk politici, uit àlle partijen, oproepen om boven hun partijgrenzen heen niet meer voor hun politieke vriendjes, hun vakbonden, hun postjes, hun dienstbetoon, etc… te kiezen, maar enkel en alleen voor het algemeen belang van elke burger die in dit land bereid is constructief te denken en te werken.
Of dit ooit realiseerbaar zal zijn met slappe vijgen van Vlamingen? Natuurlijk niet. Ze drinken een glas, pissen een plas en alles blijft zoals het was.
Allons enfants de la patrie, le jour de boire est arrivé….
Labels: www.vrijvanzegel.net
1 Comments:
Dat Leterme de Marseillaise zong in plaats van de Brabançonne is heel normaal. Probeer maar eens om de franstalige tekst van het Belgisch volklied te zingen (http://nl.wikipedia.org/wiki/Brabançonne_(volkslied)#Franse_tekst).Het zal u niet meevallen. Terwijl de aanhef van de Marseillaise qua woordritme perfect aansluit bij de Nederlandse tekst van het Belgisch volkslied.
Een reactie posten
<< Home