Een triest record (Politiek Incorrect)
Volgens recent cijfermateriaal van de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie heeft het jaar 2005 de nogal twijfelachtige eer het 'recordjaar' aan aantal stakingsdagen op zich te nemen, en dit sinds de metingen in 1995. Dat jaar werden niet minder dan 669.982 stakingsdagen in België geregistreerd. Het jaar voordien waren het er zelfs geen 200.000. Het record is te wijten aan de afkondiging van het Generatiepact in oktober 2005, een pact dat weinig gesmaakt werd/wordt door de rode, groene en blauwe vagebonden.
Meteen kunnen de jongens en meisjes en baronnen en baronessen van B-Plus een vreugdedansje plegen. Immers, het in Vlaanderen gehuldigde "cliché" dat Wallonië een tot op het bot gesyndicaliseerde regio zou zijn dat constant ten prooi valt aan ongeregelde vakbondsacties (een "cliché" dat wellicht voor eeuwig is verbonden met het beeld van de gijzelingsactie van de top van Sigma Coatings te Manage in het najaar van 2003) zouden door de cijfers van de FOD Economie worden ontkracht: Vlaanderen heeft immers een groter, procentueel, deel van die stakingsdagen op zich genomen. 41,6% van die 669.982 stakingsdagen in 2005 vonden plaats in Vlaanderen, tegenover slechts 35,8% in Wallonië en 22,6% in Brussel. Conclusie: Vlaanderen, en niet Wallonië, is het land van de rode vlaggen, de megafoons, de brandende autobanden en het ruige arbeidersproletariaat.
Dat zou echter maar al te kort door de bocht zijn. Wanneer we het procentuele aandeel van Vlaanderen in het aantal stakingsdagen (dus 41,6%) verhouden met het Vlaamse procentuele aandeel in de Belgische werkgelegenheid (56,6%), dan bekomen we een coëfficiënt die we gemakshalve de 'stakingscoëfficiënt' zullen noemen. Deze bedraagt 0,735 in Vlaanderen. We doen dezelfde oefening voor Wallonië en Brussel, en we krijgen volgende respectieve resultaten: 1,377 en 1,425. Bijna het dubbele van de Vlaamse coëfficiënt. Zorgbarender is echter dat een coëfficiënt hoger dan 1 betekent dat het procentuele werkgelegenheidsaandeel lager ligt dan het procentuele stakingsaandeel. En dus dat er meer gestaakt dan gewerkt wordt. Het protest tegen het Generatiepact is dus, blijkens deze gegevens, voornamelijk een gegeven van 'Wallo-Brux'.
Goed, we geven Rudy Aernoudt, Mark Eyskens en andere cliché-ontkrachters die zich thans hebben verenigd in een nieuwe club (de 'Optimistenbond van het Koninkrijk België' (ceci n'est pas une fiction; ça existe!), een vereniging die zich vooral 'niet zal inlaten met politiek'. Zie en lach op www.optimistenbond.be) dan nog een kans. Gezien Vlaanderen en Wallonië op zich toch niet 'één volk en één rijk; één en ondeelbaar' vormen, kan het interessant zijn om die coëfficiëntoefening op provinciaal niveau uit te testen. We krijgen dan volgend resultaat:
1) Henegouwen 1,873
2) Luik 1,538
3) Brussel 1,425
4) Limburg 0,939
5) Antwerpen 0,881
6) Namen 0,728
7) West-Vlaanderen 0,696
8) Oost-Vlaanderen 0,666
9) Waals-Brabant 0,530
10) Vlaams-Brabant 0,387
11) Luxemburg 0,338
Kijk eens aan, komt dat zien! De Waalse en Vlaamse provincies vormen niet elk een één-en-ondeelbaar 'blok' op het lijstje! De provincie met de laagste stakingscoëfficiënt ligt dan nog wel in Wallonië ook! Vive la Belgique! Of toch nog niet? Het zijn namelijk evenzeer twee Waalse provincies - en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - die met kop en staart boven de anderen uitsteken: Henegouwen en Luik. Twee provincies die door en door verziekt zijn door de tweeletterige kanker: PS. Ellendiger voor Wallonië is overigens ook dat het nou juist deze twee provincies moeten zijn die voor bijna 70% van de Waalse werkgelegenheid zorgen. En het feit dat Luxemburg zo slecht (of goed, het is maar hoe je het beziet) scoort op de lijst komt omdat er weinig werknemers in deze provincie zijn. Wat op zijn beurt dan weer het logische gevolg is van de lage bevolkingsgraad en de natuurlijke, bosrijke aard van de Luxemburgse provincie.
Het feit dus dat de hoge stakingsgraad een Henegouws en Luiks probleem is, en dit gekoppeld aan het hoge aantal arbeidsplaatsen in deze provincies, maakt dat dit dus wel degelijk een Waals probleem is. Er valt dus helemaal niets te "vive la Belgique'en": de driehoeksverhouding België-PS-FGTB maakt dat deze verhouding vooral een bermudadriehoek is, waar veel economisch potentieel op mysterieuze wijze teloorgaat. Overigens mogen er toch ook wel vraagtekens geplaatst worden bij het feit dat er dermate veel gestaakt werd omwille van een flauw afkooksel als het Generatiepact (zelfs een pensioenmalus was er teveel aan!), dat bijlange de lakmoesproef van de sociaal-economische uitdagingen niet doorstaat (volgens eerdere ramingen in februari vorig jaar kan het Generatiepact de Belgische activiteitsgraad met amper 0,5% optrekken). Hoewel steevast het tegenovergestelde wordt beweerd door het Liegend Blauw Konijn uit Gent.
Noch Vlaanderen, noch Brussel en laat staan Wallonië hebben dus baat bij een verdere stakingsgolf die onze economie overspoelt en ruïneert. Gezien het Belgische systeem echter haar verantwoordelijkheid compleet ontloopt, dringt een regionalisatie van het arbeidsmarkt zich op. Een eis die nu zelfs door de voorzitter van de SP.A wordt onderschreven. Hopelijk is die vraag niet even vals als zijn baard bij Debby en Nancy.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home