Een nieuw aktieplan voor Vlaanderen (WorkForAll)
Een kleinere overheid als voornaamste lichtpunt
Op 10 Juli 2006 was het dan zover, daags voor de viering van de Vlaamse feestdag en 10 dagen voor we onze nationale feestdag nog eens mogen vieren, legde de Vlaamse overheid haar businessplan voor "Vlaanderen in Actie". Niet echt veel nieuws onder de zon: "Vlaanderen moet investeren in onze taalkennis, we moeten onze logistieke ligging nog meer gaan exploiteren, ...".
Overigens, ik krijg constant déjà-vu's bij het zoveelste meer-jaren-plan. Hoeveel toekomstcontracten, businessplannen en dergelijke hebben onze regeringen nu al opgesteld? Dit is toch lang niet het eerste plan dat van Vlaanderen een competitieve regio moet maken? In een schuif ligt nog ergens een brochure "Vlaanderen 2020" vol met allerlei ambitieuze doelstellingen waarvan duidelijk is dat ze nooit zullen gehaald worden.
Er is wel een interessant nieuw gegeven te bemerken in het laatste Aktie plan: de Vlaamse overheid wil zich hervormen en wil evolueren naar een kleine, maar flexibele overheid. Dit is wellicht het belangrijkste element in het plan en de beste stap die een overheid kan maken, naast een motiverend fiscaal systeem uit te bouwen. Voorts, zoals Karel Van Eetvelt (Unizo) ook al aangaf, de Vlaamse overheid kiest eindelijk eens voor de economie op de eerste plaats, welvaart en welzijn volgen dan als randvoorwaarden. Dit komt zelfs naar voren in de synthese van het Actieplan: "Economie is een krachtige motor die zorgt voor aandrijving van de maatschappelijke machinerie."
Alleen komt er een belangrijk thema niet echt aan de orde, namelijk de verhoudingen tussen Vlaanderen en Wallonië binnen België. Misschien was het toch beter dat de Vlaamse overheid eens een krachtig signaal gaf aan de Federale, maar ook aan de Waalse regering. Vlaanderen mag haar eigen weg opgaan maar daarvoor is er minstens een geconfederaliseerd België nodig. Binnen een strakke federatie lukt dat niet, en dan dreigt Vlaanderen de gunstige effecten van een koerswijziging te mislopen. Idem dito voor onze Waalse en Brusselse landgenoten.
Iedereen zit op dit ogenblik (micro-)plannetjes uit te werken: de Federale overheid heeft zijn wervenplan, de Waalse zijn Marshallplan en nu heeft ook de Vlaamse overheid een businessplan, Vlaanderen in Actie. Binnen de huidige structuren blijft dat dweilen met de kraan open. Het Warande-manifest toont dit aan. Het Marshallplan is totaal geen oplossing voor het sociaal- economische moeras waarin Wallonië in verzeild is geraakt. Men blijft zich bezondigen aan de voormalige oorzaken: subsidies hier, subsidies daar en een overregulerend overheidsapparaat. Nu ja, regulerend is een groot woord. De instelling van een centralistisch en nepotistisch regime is wellicht een betere beschrijving zoals de recente corruptie schandalen die al decennia gedekt gebleven zijn, hebben aangetoond.
Het geld moet dan komen van de verkoop van aandelen van bedrijven waar de Waalse overheid in zit (op zichzelf is dat een goede stap). Snoeien evenwel in de overheidsuitgaven, voornamelijk in de administratie, zal dode letter blijven zolang het PS monopolie aan de macht is. En waarom? Vanwege het systeem van lokale baronieën, PS-federaties en belangenvermenging. Zolang deze factoren voort blijven bestaan zal het Marshallplan Wallonië niets vooruit helpen. Voorts moeten Wallonië en zijn burgers, maar ook de Waalse economen, eens objectief nadenken. We kunnen kiezen, ofwel samen blijven verzuipen in België, ofwel succesvol leren leven in eigen beheer. Het probleem van Wallonië is nog meer dan in Vlaanderen een probleem van attitude. Het is een illusie te denken dat de PS, of de Staat in het algemeen, alles voor de burger kan blijven regelen. Men moet beseffen dat liberaliseren en privatiseren in de overheid en in de administratie broodnodig is om de Waal uit zijn afhankelijkssyndroom te halen. Hoe groter de publieke sector, hoe kleiner de particuliere sector wordt. Wallonië probeert de illusie te scheppen dat men het eerste kan behouden en terwijl het andere explosief kan laten groeien. Zo werkt het natuurlijk niet. Men kan van de hardwerkende Belg, Waal of Vlaming geen superman maken als de overheidssector via zijn belastingen en regelneverij als een molensteen aan de nek blijft hangen.
Laat ons even terug gaan naar het Vlaamse businessplan, en vooral de reacties erop.
De vakbonden vonden het jammer "dat de overheid zoveel aandacht besteedt aan de ondernemers en de hardwerkende Vlaming". Als je dit hoort dan val je van je stoel. Nee, de vakbonden willen extra banen, innovatie,... maar de arbeid stimuleren dat mag niet. Ze draaien zich in feite weg van hun eigen publiek, de werknemers. Ze zeggen: jullie hebben al werk laat ons nu met rust. Is dit geen schande, ja zelfs een belediging voor elke Vlaming die hard werkt om rond te komen, en hard labeurt in deze globaliserende wereld? Ondertussen mogen 1,2 miljoen Belgen het stellen met een RVA uitkering. Hoe rijmt dat met duurzaamheid en solidariteit?
Agoria levert dan kritiek op de overheid omdat er te weinig aandacht zou zijn voor de grote industrie. De vraag is wat de overheid daar echt aan kan doen en of dit zelfs opportuun is. Het is aan de overheid om te stimuleren, een motiverende fiscaliteit en goede infrastructuur uit te bouwen, en dat moet iedereen ten goede komen, waaronder de industrie. Gerichte subsidies, veelal bekomen door lobby werk, blijven arbeidsopbrengsten die men elders eerst gaan afromen heeft.
En dan komt de kritiek van de werkgeversorganisaties Unizo en Voka, terechte kritiek trouwens. Er is niet echt een budgetteringsplan naast de thema’s gelegd. Het businessplan staat vol met beloftes over hier en daar investeren zonder duidelijkheid te scheppen hoeveel waar men gaat investeren en waar dat geld vandaan moet komen. Dat heeft de SERV ook al aangeduid. Indien er geen maatregelen opgesomd worden om de uitkomsten te temperen, of om nieuwe inkomsten te verwerven (spaar ons heer van deze nieuwe lasten), dan zal het overheidsbudget ook van de Vlaamse overheid deficitair worden en dreigt alles op een failliet businessplan uit te draaien.
Toen de Franse minister van economie, Colbert, aan een groep ondernemers vroeg wat hij kon doen om de economie verder aan te zwengelen, zou een ondernemer geantwoord hebben: "Laissez-nous faire!". Misschien is dit een goede inspiratie voor het volgende plan dat er zowieso staat aan te komen.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home