2 februari 2006

Drie pakken slaag

Vandaag, na op tram, trein en bus mijn geliefkoosde Standaard te hebben doorgenomen, had ik alweer de indruk dat er nogal wat mensen rondlopen die een pak slaag verdienen. Weliswaar niet voor iedereen een gelijk pak slaag, want zoals Urbanus al zei: sommigen krijgen maar een half pakske slaag.
De geschiedkundige Marc Reynebeau valt in die gelukkige categorie.
Ik kon het onderweg moeilijk verteren dat deze man in zeer lichtzinnige termen sprak (p.49) over Salman Rushdie – iemand wiens eerste boeken ik zorgvuldig en vroegtijdig, en zelfs met enige moeite in Londen ooit heb gekocht …echter niet gelezen, want je kunt ook van een goedmenende niet alles vragen:
Het ontbreekt niet aan voorbeelden die aantonen dat religie (of sommige vormen daarvan) zich maar moeilijk laat rijmen met kritiek of zelfs maar debat, en al helemaal niet met humor. De fatwa tegen Salman Rushdie en zijn Duivelsverzen is al lang een klassieker in het genre. En het zijn zeker niet alleen de moslims die zich daarin nogal gevoelig tonen.
Ik wil hem nu niet te zwaar vallen, want als we de teneur van zijn volledige artikel beschouwen, dan lijkt Reynebeau’s gedachtenwereld omzichtig een lange bocht aan te snijden. Ik voel mij zelfs wat gegeneerd om daarover te beginnen, want in zulke fases wordt een mens niet graag aangesproken. Je moet iemand enige tijd gunnen. Maar toch: zijn gekende gebrek aan stijlgevoeligheid speelde hem alweer parten.
Je kunt eenmaal niet spreken over de situatie van een man, die met de dood werd en wordt bedreigd, wiens leven goed is vergald, als over een “klassieker in het genre”.[*] .Zoiets getuigt van een zekere onopgevoedheid, een apaideusia zou Aristoteles zeggen.
Ik weet het: zulke lichtzinnigheid is in onze tijd normaal. Misschien speelt een gebrek aan historisch perspectief hier een rol, zoals je bijvoorbeeld ook radionetten hebt die schaamteloos liedjes draaien van de genaamde Yusuf .“Cat Stevens”, zonder daarbij ooit nog te vermelden – weten zij veel! – dat deze zanger destijds de fatwa over Rushdie expliciet heeft goedgekeurd, no less.
Reynebeau Marc: bij ernstige zaken hoort een ernstige toon. Maar goed, je leert bij, dat is onbetwistbaar.

Van een grotere apaideusia getuigt de tekenaar Zaza, op p.23. Die man vertelt ons het volgende:
Ik ben wel voorzichtiger. Geef ze wat tijd. Vijftig jaar geleden zat het katholicisme in dezelfde fase. Noem mijn houding op dat vlak er een van medelijden. Op voorhand denk ik: oeioei , dat zal er nooit in komen. En dan begin ik er al niet aan.
Hoeveel tijd had jij je ingedacht, halve ZaK? En zat volgens jouw historische kennis het katholicisme in 1956 in dezelfde fase als de islam vandaag, brave jongen?
Kijk, op die manier wordt een gesprek moeilijk, maar toch vraag ik je, en ikzelf mag dan gelijk welk monotheïsme verachten, maar ik vraag jou, of je een recenter katholiek voorbeeld weet dan …le supplice du chevalier de La Barre, adolescent condamné à avoir le poing coupé, la langue arrachée, la tête tranchée, et qu’on brûla avec le Dictionnaire philosophique omdat die negentienjarige jongen zijn rug naar een processie had gedraaid, en een liedje had gezongen, op het moment dat het Heilig Sacrament passeerde?
Abbeville 1766 was dat, jij onwetende, en Europa is enkele eeuwen verder, de BV-katholieken incluis, Rik Torfs, Castar Danneels &cet. En zeker is Ratzinger een stuk verder dan jouw horizonten je toelaten te zien.
Te uwer stichting Zaza: die Dictionnaire philosophique waarvan sprake, is van Voltaire.

Nu iets heel ergs, want het gaat over het verraad der klerken.
Johan Vande Lanotte is zichtbaar een gelukkig man en dat is hem gegund. Al een week kan hij zich Minister van Staat laten noemen. En dan mag die titel symbolisch zijn, hij mist blijkbaar zelden zijn effect. Ook de sterkste beer kan tipsy worden.
Bij Vande Lanotte was het effect dat hij wartaal begon uit te slaan, niet over sluitende begrotingen, dat liedje kenden wij al, maar over het Belgisch constitutioneel recht, een onderwerp waarvan iedereen dacht dat hij het redelijk onder de knie had.
Er moet zich in Vande Lanottes persoon een plotse verandering hebben voltrokken, want van een socialist zou je niet verwachten dat hij de rol en bevoegdheden van een koning sterk uitgebreid wil zien. Meteen het Ancien Régime of het gezalfde koningschap herinvoeren wil de professor wellicht niet, was mijn indruk, maar een brave constitutionele monarchie is evenmin naar zijn smaak.
Als ik de Standaard mag geloven, dan zou volgens de nieuwbakken Minister van Staat de regering, en dus met andere woorden de Eerste Minister, de jongste toespraak van Albert Coburg slechts marginaal dekken. Een onbekend begrip bij mijn weten. Wie in dit geval de rest van de verantwoordelijkheid draagt vertelde hij er niet bij, maar dat hoefde ook niet want iedereen beseft dat de koning die zelf moet dragen.
Echter, zoals een voorganger van professor Vande Lanotte, professor Mast mij destijds probeerde te verzekeren: een koning die onschendbaar is, kan uiteraard voor geen cent zelf verantwoordelijk zijn. Toegegeven, de tijden zijn veranderd en de Belgische Grondwet was nog een stuk eenvoudiger.
De grote principes nochtans zijn bij mijn weten dezelfde gebleven. Ze zijn wel ondergesneeuwd, en niet iedereen ziet ze nog liggen.
Maar misschien was het enkel een boutade van Johan Vande Lanotte? – in de mediatraining leren ze je, dat je af en toe grappig uit de hoek moet komen.
Want nee toch! Vande Lanotte sprak hier niet als constitutionalist, dat mogen wij niet veronderstellen. Wellicht sprak hij hier met een andere tong, en hoorden wij enkel de partijvoorzitter.
Net als na het débâcle de Bruxelles-Hal-Vilvorde dan?
Over die kwestie legde Johan Vande Lanotte achteraf spaarzame verklaringen af – begrijpelijk, en hij werd door de begrijpende journalisten ook niet echt op de huid gezeten – maar ook toen al zei hij ...deze keer weer iets als professor Grondwettelijk Recht, dan weer iets als politicus.
U en mij kan tweehartigheid storen, hem niet.
_________________________________________________

[*] En dan zwijgen wij nog over zijn "al lang een klassieker".
Niets is ooit "sinds kort een klassieker", Marc. Je bent geloof ik vaak bang niet begrepen te zullen worden, en dan word je al snel emfatisch, maar dat is vermoeiend voor je lezer.

[de tekst rond het prentje, met die magister en zijn pupillen, komt van Psalm 111:10 (Statenvertaling): De vreze des HEEREN is het beginsel der wijsheid; initium sapientiae timor Domini]

2 Comments:

At 2/2/06 13:45, Anonymous Anoniem said...

Ik meen dat het een _half_ pakske slaag was.

 
At 2/2/06 23:38, Blogger Marc Vanfraechem said...

g'hebt gelijk! nu hoor ik het ook weer in mijn geestelijk oor.
Als ik er op het juiste moment aan had gedacht, dof, dan had ik dat adjectief natuurlijk gebruikt, want het is zoveel sterker...

 

Een reactie posten

<< Home

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>