28 februari 2006

Franse energie (Politiek Incorrect)


De Europese richtlijn van 19 december 1996 betreffende de gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit bepaalt dat tegen 1 juli 2007 de Europese energiesector volledig geliberaliseerd is. Hiermee trekt de Europese Unie volledig de kaart van de vrije marktwerking, die automatisch zorgt voor lagere energieprijzen. Tenminste, als de overheden van de Europese lidstaten de taksen op energie niet te hoog opdrijven, zoals in België (Vlaanderen) het geval is. In Vlaanderen zijn de netto-elektriciteitsprijzen sinds de liberalisering in 2003 met ongeveer 30 % gedaald. Maar de hele situatie wordt echter wel zeer explosief wanneer de staat - in dit geval meerdere staten - zich ermee gaan bemoeien.

De liberalisering van de Europese energiemarkt ligt in rechte lijn met het Europees basisprincipe van vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. Verschillende stroomproducenten en -leveranciers krijgen op die manier dan ook vrij spel om niet alleen binnen hun eigen land, maar in de hele Europese Unie hun diensten aan te bieden; niettegenstaande de lidstaten (in België de gewesten) ook enkele uitzonderingen kunnen inlassen. In Vlaanderen is alleen maar het leveringsluik van de elektriciteitsmarkt geliberaliseerd. Inzake energieproductie behoudt Suez-Electrabel quasi haar volledige monopolie (91,5 % marktaandeel). Datzelfde Frans-Belgische concern Suez-Electrabel (dat, zoals u zich nog kunt herinneren, een hele overnameoperatie in de zomer van 2005 heeft doorgemaakt) houdt echter ook nog inzake elektriciteitsbevoorrading een stevige voet in de markt: In Vlaanderen is 76,1 % van alle geleverde elektriciteit afkomstig van Electrabel. Logisch, gezien datzelfde Electrabel ook elektriciteit produceert in België, en voor een energiebedrijf niets handiger is dan over de synergie productie-levering te beschikken. Vlaanderen had daarom beter, naar Brits voorbeeld, ook de energieproductie geliberaliseerd. In het Verenigd Koninkrijk zijn op dit moment de elektriciteitstarieven zo'n 29 % goedkoper dan in Vlaanderen.

Jammer genoeg zijn het niet alleen commerciële bedrijven - voornamelijk afkomstig uit Duitsland, Frankrijk, Italië en Spanje - die de vruchten trachten te plukken van de Europese energiemarktliberalisering. Het nochtans nobele project verwatert helemaal wanneer de overheid zich ermee gaat bemoeien. Dat proces is nu aan de gang in Frankrijk, waar het "economisch patriotisme" van premier Dominique De Villepin (UMP) hoogtij viert. Zo is enkele dagen geleden het Franse energieconcern Suez gefusioneerd met het staatsbedrijf Gaz de France. Een korte chroniek: Hoewel de plannen reeds een goed half jaar bestaan om Suez te verenigen met een een ander groot Frans energiebedrijf - Electricité de France (EDF) of Gaz de France (GdF) - is de fusie uiteindelijk slechts in de loop van vorige week gekomen. De reden hiertoe was de interesse van het Italiaanse energieconcern Enel de Belgische Suez-dochter Electrabel (deels) over te nemen. Hierop verstijfde de directie van Suez van ongenoegen: Suez in buitenlandse (Italiaanse) handen? Dat nooit! Om machtiger tegenover het Italiaanse Enel - dat overigens het 3de grootste energiebedrijf in Europa is - te staan, kwam dan uiteindelijk de fusie tussen Suez en Gaz de France tot stand. De reden waarom een fusie met EDF werd uitgesloten, is omdat dit bedrijf - in tegenstelling tot GdF - een logge en gesynciceerde bedrijfscultuur kent, dat bovendien opgezadeld zit met hoge schulden. Het spreekt echter voor zich dat niet alleen Suez, maar ook - en vooral - de Franse staat het allergrootste belang had bij de fusie. Waarom anders zouden we de blijde gezichten zien van de Franse ministers Dominique De Villepin (eerste minister) en Thierry Breton (Financiën) bij de bekendmaking van de fusie? De reden is eenvoudig: de Franse staat is voor 80,2 % aandeelhouder van Gaz de France. En minister Breton heeft reeds geëist dat de Franse overheid een participatie van minstens 34 % in de nieuwe groep Suez-Gaz de France zou krijgen, om zo de belangrijkste aandeelhouder te worden. Dat was immers een voorwaarde om tot de fusie met Gaz de France te kunnen komen. Het zal echter een serieuze cultuurchoc veroorzaken binnen het bedrijf Suez, gezien deze tot nu toe voor 74,4 % in handen was van particuliere beleggers op de beurs in Parijs, en voor het overige deel in die van vaste aandeelhouders. Daarenboven is de topman van Gaz de France, Jean-François Cirelli, door niemand minder dan president Jacques Chirac benoemd. Op die manier probeert de Franse staat dus op een slinkse wijze ook geld voor de Franse staatskas in het buitenland te kunnen ronselen. Vooral dus in België, waar Electrabel na de overname door Suez volledig Frans is.

In Italië reageert men nu ziedend. Niemand minder dan premier Silvio Berlusconi in hoogsteigen persoon wil nu naar de Europese Commissie stappen om Frankrijk voor protectionisme te kunnen beschuldigen. Maar of Suez-dochter Electrabel nu in Franse (GdF) of Italiaanse (Enel) handen zou vallen; het eindresultaat blijft steeds negatief. Want wie is namelijk hoofdaandeelhouder van Enel? Jazeker, de Italiaanse overheid (31,1 %)! En zowel de Franse als de Italiaanse staat kunnen het geld natuurlijk perfect gebruiken. Berlusconi zou dus beter een spiegel voor zich houden wanneer hij het woord 'protectionisme' in zijn mond neemt. Nochtans zit er zeker en vast wel een kern van waarheid in de kritiek van de Italiaanse premier: Wanneer het Frankrijk goed uitkomt, probeert het als een post-napoleontisch rijk de hele (economische) wereld te veroveren. Maar o wee als een buitenlandse ondernemer als PepsiCo of Mittal Steel een bod op een Frans 'kroonjuweel' wil doen: Dan knijpen de Fransen de chauvinistische billen dicht, en is het al "patriotisme économique" wat de klok slaat. Desnoods - en doorgaans... - met overheidsinterventie. Voor deze oneerlijke manier van handelen bestaat maar een woord: Concurrentievervalsing. Vreemd, en jammer, genoeg blijft het in de kringen van de Europese Commissie oorverdovend stil...

Merkwaardiger zijn echter de reacties hier in België. Herinner u de hele storm rond de overname van Electrabel door Suez afgelopen zomer. Van de Waalse PS tot het Vlaams Belang: Heel de Belgische politiek stond op stelten rond deze overname. Nochtans is fusie of overname tussen twee (grotendeels) private ondernemingen in een moderne, kapitalistische maatschappij niets meer dan de normaalste zaak van de wereld. Toch werd er van alles geëist: behoud van werkgelegenheid, behoud van beslissingsactiviteit in Brussel, tot en met een minderheidsparticipatie van de Belgische overheid (via Intermixt) in de nieuwe groep Suez-Electrabel. Deze Belgische grieven leidden toen tot een zogenaamde 'pax electrica'. Wanneer Mittal Steel enkele weken geleden nog poogde Arcelor over te nemen, werd storm vanuit de Belgische politiek geoogst. Wanneer de Franse overheid nu de Belgische, en bijgevolg ook Vlaamse, energiemarkt tracht te overheersen... blijft het stil! Het enige wat we nu vanuit de Belgische politiek te horen krijgen- van zowel Verhofstadt, Reynders als Di Rupo - is dat de 'gemaakte afspraken' dienen nageleefd te worden. Alleen Vlaams Energieminister Kris Peeters (CD&V) durfde nog als een eenzaat in de Belgische woestijn te schreeuwen dat het "uitermate verontrustend" is dat Frankrijk een quasi-monopolie op de Vlaamse energiemarkt begint te krijgen. Peeters heeft overschot van gelijk. In de elektriciteitssector in Vlaanderen is Suez, zoals reeds eerder gezegd, voor 76,1 % verantwoordelijk voor de elektriciteitslevering. Gaz de France is via zijn dochters Luminus en SPE nog eens goed voor een aandeel van 13,3 %. Dat maakt dat de nieuwe groep Suez-Gaz de France maar liefst 89,4 % van onze elektriciteit gaat leveren! In de aardgassector is dat al niet veel beter: Daar verkrijgt de nieuwe groep, in Vlaanderen, een aandeel van maar liefst 96,3 %. Thierry Breton hoort waarschijnlijk het geld al rinkelen.

Andermaal; dat Suez tot nu toe een heel groot aandeel in de Vlaamse energiebevoorrading bezat, is zeker geen ramp. Suez is op zich namelijk een rendabel, particulier bedrijf. Maar laten we behoedzaam zijn wanneer de staat - in sé de Franse - onze energiebevoorrading komt controleren. Wanneer die Franse parastatalen dan nog eens een monopolie op de Vlaamse markt verkrijgen, is het al helemaal opletten geblazen. Het is namelijk perfect mogelijk dat het nieuwe concern Suez-Gaz de France haar energieprijzen gaat verhogen: Op die manier rijft de Franse overheid meer geld binnen, zonder dat de Franse politiek (door Vlaanderen) hier electoraal voor afgestraft kan worden. Bovendien heeft de Vlaamse energieconsument quasi geen andere keuze dan bij Suez-GdF te blijven; want ze bezitten een monopolie op de markt. Herinner u bijvoorbeeld het conflictueuze drama tussen het Russische staatsbedrijf Gazprom en Oekraïne: Een politiek bedrijf kan haar prijzen verhogen wegens politiek-strategische overwegingen; een commercieel bedrijf kijkt - gelukkig - alleen maar naar de winstmarges, en zal bijgevolg aansturen op een evenwichtig prijs-aanbodsysteem. Dat de Belgische politiek zo heftig reageerde op de overname van Electrabel door Suez, bewijst dat in deze corporatistische staatseconomie geen vertrouwen in het privé-initiatief aanwezig is. Dat diezelfde Belgische politiek nu bijna als een poedel in haar maand kruipt, bewijst dat als het bedrijf onder de beschermende vleugels van 'vadertje staat' staat; het wel ok is. En als dat staatsbedrijf dan nog eens Frans is, heerst er in België bijna blinde adoratie. Waarmee nogmaals bewezen is dat België gewoon de vazalstaat van Frankrijk is.

Wat zou er nu dus het best gebeuren om de monopoliepositie van Suez-Gaz de France te breken? De oorzaak van de huidige netelige situatie ligt voornamelijk bij de Europese Commissie zelf: In de uit 1996 daterende richtlijn staat namelijk het volgende geschreven als definitie voor energieproducent: "een natuurlijke of rechtspersoon die elektriciteit produceert" . Dit betekent dus dat die energieproducent ook in handen van de staat kan vallen, want deze is eveneens "een rechtspersoon". Men doet er dus het best aan in die richtlijn de clausule bij te plaatsen dat de overheid ofwel minderheidsaandeelhouder van de elektriciteitsproducent, ofwel gewoon afwezig is. Voorts had de Europese Commissie reeds bij aanvang de lidstaten ertoe moeten aansporen ook de energieproductie - en dus niet alleen de levering - voor vrije concurrentie open te stellen. Voor de rest kunnen we dan uiteindelijk toch nog met een Frans adagium besluiten: Laissez faire!
Read more...

27 februari 2006

Ongeloofwaardige opiniepeiling van De Standaard/VRT (Hoegin)

Verleden vrijdag maakten De Standaard en de VRT de resultaten bekend van de eerste opiniepeiling van 2006. Enkele van de resultaten zijn opmerkelijk, en maken de hele peiling ongeloofwaardig.

De opiniepeiling is de vijfde peiling naar de kiesintenties van De Standaard en de VRT sedert de laatste verkiezingen. Samen met de andere peilers zijn er reeds 21 opiniepeilingen verschenen sedert juni 2004.

CD&V en N-VA zakken lichtjes vergeleken met de vorige peiling, De gemiddelde uitslag van het kartel is nog altijd significant hoger dan de verkiezingsuitslag, maar er lijkt zich een dalende trend in te zetten. Indien het kartel in de peilingen werkelijk over haar hoogtepunt heen is, zou dat bevestigd moeten worden in de komende peilingen. Merkwaardiger is het resultaat voor het Vlaams Belang. In de grafiek valt op hoe de peilingen van De Standaard en de VRT de enige peilingen zijn die voor het Vlaams Belang een slechter resultaat dan de verkiezingsuitslag hebben gemeten, én bovendien enkel en alleen maar slechtere resultaten hebben gemeten. Alle andere peilingen geven voor het Vlaams Belang een stijging. Men kan zich dan ook afvragen wat de waarde is van deze peiling voor de resultaten van het Vlaams Belang, een vraag die nog prangender wordt wanneer men zich herinnert dat De Standaard en de VRT een week vóór de verkiezingen van 2004 het Vlaams Belang met maar liefst 4,3% onderschatten – ver buiten alle foutenmarges dus.

Zowel voor sp.a/SPIRIT als de VLD valt er een lichte vooruitgang te noteren tegenover de vorige peiling, en ook gemiddeld zitten beide partijen in een licht stijgende trend. De twee formaties zijn ondertussen weer aan mekaar gewaagd, en benaderen stilaan hun laatste verkiezingsuitslag.

Het tweede opmerkelijke resultaat is de vooruitgang van Groen! Het is lang geleden dat de partij nog een peiling heeft mogen zien die een winst geeft tegenover het laatste verkiezingsresultaat, en gemiddeld zit de partij nu in een stijgende trend. De partij kruipt daarmee gemiddeld stilletjes weer naar haar verkiezingsresultaat, maar ook dit zal door verdere peilingen bevestigd moeten worden. Let er wel op dat de bewegingen van de partij in absolute termen echter nog steeds goed binnen de foutenmarges blijven.

De grafiek met de gemiddelden van alle formaties geeft een overzicht over de evoluties van de formaties voor de laatste maanden: CD&V/N-VA lijkt over haar hoogtepunt heen, de resultaten voor het Vlaams Belang slabakken wat, terwijl sp.a/SPIRIT en VLD weer aan mekaar gewaagd zijn. Groen! zit al enkele maanden in een stijgende trend, maar heeft haar laatste verkiezingsuitslag voorlopig nog niet bereikt.

Over naar het derde opmerkelijke resultaat van deze peiling: voor het eerst hebben De Standaard en de VRT ook gepeild naar de grootte van de partijen binnen de kartellen, en daaruit zou moeten blijken dat zowel N-VA als SPIRIT goed zijn voor 3,5% van de kiesintenties. Geen van beide resultaten lijkt bijzonder geloofwaardig. Misschien dat men bij SPIRIT nog in sprookjes wil geloven, maar ik denk dat zelfs CD&V de uitslag van de N-VA ongeloofwaardig vindt, ook al betekent dat dat ze daarmee zichzelf een kleiner aandeel toemeten.

Zowel de uitslag van het Vlaams Belang als dat voor de kartelpartners N-VA en SPIRIT maakt deze opiniepeiling totaal ongeloofwaardig. Bovendien is er dan nog de populariteit van Jean-Marie Dedecker, die volgens De Standaard en de VRT uit de top-tien valt, terwijl hij twee dagen later bij De Stemmenkampioen hoge toppen scheert. Mijn slecht karakter zegt me daarom dat de publicatie van deze opiniepeiling een politiek doel had. Ten eerste is het allang geweten dat noch De Standaard noch de VRT goede maatjes zijn met het Vlaams Belang, en daar ligt een eerste verklaring. Ook Jean-Marie Dedecker kan niet echt gesmaakt worden aan de Gosset- of Reyerslaan. De uitslagen van de twee kartelpartners geven dan weer meer blijk van de lokale voorkeur in de redactielokalen dan de Vlaamse, en iemand met een bijzonder slecht karakter zou zelfs durven stellen dat dit een schot voor de boeg van N-VA en sp.a was met het oog op de samenstelling van de kieslijsten: voor de N-VA omdat ze het aantal verkiesbare plaatsen kan reduceren, en voor de sp.a om het aantal verkiesbare plaatsen voor SPIRIT op te drijven. Maar zover zou ik het niet durven drijven.
Read more...

26 februari 2006

Een multiculturele éénakter, misschien iets voor de KVS? (victa placet mihi causa)

Hé, t’as une cigarette?
J’ai pas de cigarettes.
Je te DEMANDE UNE CIGARETTE!
J’ai pas.
Alors tu donnes 5 euros.
Non.
T’es cool hè? 5 euros! Un geste: moi j’suis méchant tu vois. 5 euros !
Pas d’euros.
[pousse mon épaule]
Tu veux bien dormir ce soir? 5 euros, ou t’auras un cauchemar.

Even de setting : ik sta om vijf of tien voor zeven vanmorgen op de tram te wachten aan het Wilsonplein, Gent-Zuid. Het is koud en nog wat duister maar ik heb in de Boulangerie Française drie boterkoeken gekocht voor op de trein. Schuin over mij in het wachthokje voor de cinema Capitole staan, zitten en hangen 7-8 bougnouls. Ze merken mij op, en twee komen er naar buiten. Eén steekt over, en neemt de vrijheid om het woord tot mij te richten, zoals beschreven.
Misschien kan ik beter de aanduiding Fransman gebruiken in plaats van bougnoul, want zijn accent was mooi, niet van dat Brelfrans dat je in Sint-Joost-ten-Noode en omstreken altijd hoort. Ik kan mij vergissen maar het leek me eerder een burger van Rijssel of Robaais of Sint Omaars.

Hoe ging deze korte éénakter verder wil u weten: ik had in mijn linkerhand mijn boekentasje, met mijn boterkoekenzakje onder mijn wijsvinger geklemd. Met mijn rechterhand in mijn broekzak probeerde ik discreet mijn Zwitsers zakmesje open te maken, een klein maar misschien nuttig dingetje in deze précaire omstandigheden. Ik wist echter niet of ik niet het nagelvijltje in plaats van het mesje had opengemaakt. De rest van die kerels bleef rustig toekijken van achter het glas van het bushokje.
Plots passeert er achter mij een flikkenkarretje, inch Allah! en die reden traag in de richting van de rosse buurt die zij altijd met gezonde ijver inspecteren. Het kan dan zeven uur zijn geweest.

Mijn toevallige nieuwe vriend ging hierop enkele passen achteruit, riep nog iets dat ik niet verstond en …dan kwam Tram Twee plots aangereden! Omdat het zo'n vroege tram was zaten er twee "controleurs" op en die vroeg ik om even te bellen naar bevoegde instanties.

En al vind ik dat de bougnouls tegenwoordig iets te veel van de openbare ruimte inpalmen, en dat daar misschien iets aan moet worden gedaan: je ziet hier toch dat een multicultureel verhaal niet enkel op de televisie of in de krant, maar soms ook in het werkelijke leven een happy end kan hebben ...als de omstandigheden een beetje meezitten!

.
Read more...

Maart competitiviteitsmaand? (Politiek Incorrect)

Afgelopen week kwam er, andermaal, weinig opfleurend nieuws binnen over de concurrentiepositie van het Belgisch ondernemingsleven. Zo blijkt namelijk dat het overschot op de Belgische handelsbalans vorig jaar met maar liefst 91 % is gedaald tot 0,7 miljard euro. Daarmee doet de Belgische handel het nog net niet zo slecht als in 1992, toen er een tekort van 1,3 miljard euro was op de handelsbalans. Het is echter wel zo dat de handelsbalans alleen maar een indicatie omvat van de handel in goederen, en dus geen beeld geeft van het sterker wordende aandeel van de diensteneconomie. Om van die diensteneconomie een beeld te hebben, is het dus interessanter te zien naar de Belgische 'lopende rekening', die buiten het verkeer in goederen ook nog een duidelijk beeld geeft omtrent de dienstensector. Die lopende rekening - die buiten de handelsbalans ook nog een indicatie weergeeft van de handel in goederen, arbeidsinkomens en buitenlandse beleggingen - is echter ook al tot 3,8 miljard euro in september 2005; komende van 7,1 miljard euro het jaar voordien (Bron: FOD Economie).

Dit zijn buiten de reeds gekende cijfers over de hoge Belgische loonkosten allen indicaties dat het niet zo goed gaat met de Belgische competitiviteit. Om hieraan wat te verhelpen is de federale regering nu bezig met 'discrete onderhandelingen' met de sociale partners, om een vergelijk te kunnen vinden. "Maart competitiviteitsmaand", is er nu in regeringskringen reeds te horen. En de persoon die dit hele gebeuren wat modereert, is niemand minder dan premier Verhofstadt in hoogsteigen persoon. Wat er echter wel tot nadenken stemt, is het feit dat de regering de hele problematiek rond de tanende competitiviteit onzer economie op dezelfde wijze wil oplossen als met het Generatiepact: Eerst individueel overleg met de sociale partners, daarna overleg in 'werkgroepen' om eind maart dan met de zogenaamde 'Groep van Tien' tot een heus 'competitiviteitsakkoord' te sluiten. Het Belgisch socio-economisch overleg wordt nogal dikwijls verweten gestoeld te zijn op corporatistische tradities, maar dat is het niet. In het historisch 'modelland' voor corporatisme - het Italië van Mussolini in de jaren '30 - waren er in de bedrijfsraden vertegenwoordigers aanwezig van de zogenaamde 'Hoge Raad voor het Fascisme', wat nog een overwegend 'indirecte' overheidsinterventie in het sociaal overleg was. In België anno 2006 speelt de Belgische overheid de leidende viool in het hele debat.

Maar om terug te komen om dat Generatiepact: Dat pact was na het vele gebakkelei tussen de sociale partners tot een verwaterde bouillabaisse verworden dat nauwelijks iets betekent. Want ondertussen weten we dat dat Generatiepact de Belgische activiteitsgraad met hoogstens 0,5 % zal verhogen, wat dus slechts een peulenschil is. Er is dus zeker geen enkele reden om aan te nemen dat het beter zou varen met het huidige competitiviteitsdebat. Het op dit moment meest 'aangewezen' middel om die competitiviteitshandicap weg te werken lijkt dan ook de introductie van de reeds veel vermelde 'all-inakkoorden'. De reden waarom die all-inloonakkoorden weinig impact zullen hebben, kon u op eerdere datum reeds op deze webstek nalezen (zie http://politiekincorrect.web-log.nl/log/4659956). Bovendien heeft Verhofstadt reeds aangekondigd dat in ruil voor deze grootse 'loonmatigingen', er ook nog werk gemaakt zou worden van koopkrachtbehoud voor werknemers d.m.v. het welvaartsvast maken van uitkeringen (cfr. Generatiepact) en door de verhoging van de forfaitaire beroepskostenaftrek, een typisch stokpaardje van de overigens toch wel schizofrene VLD (hoe valt de forfaitaire beroepskostenaftrek, dat in rechte lijn ligt met de progressiviteit van ons belastingsstelsel, anders te rijmen met het zogenaamde 'Fair Tax'-principe dat de VLD vorig jaar voorstelde om juist die progressiviteit tegen te gaan?) Veel eenvoudiger is juist een verlaging van de sociale uitkeringen (laat staan, die welvaartsaanpassingen!) en de invoering van de vlaktaks.

Om de hele competitiveitsproblematiek in België op te lossen zijn echter veel sterkere paardenmiddelen nodig. Om te beginnen is België zélf al een probleem, gezien de toch wel sterk van elkaar verschillende loonevoluties in Vlaanderen en Wallonië (de loonkost per eenheid product ligt 5 % lager in Vlaanderen dan in Wallonië). En natuurlijk is het ook noodzakelijk dat er eindelijk eens afgestapt wordt van de nationale 'interprofessionele' loononderhandingen', die meer schaden dan baten. Maar met deze paarse muppetregering zal daar weinig van in huis komen.
Read more...

25 februari 2006

De Witte en de Wet (LVB.net)

Jozef De WitteKent Jozef De Witte, directeur van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding (CGKR), de Belgische wetgeving? Dat valt te betwijfelen, na het lezen van zijn uitspraken in een interview met Mathias Danneels en Helena Wilmet in Het Nieuwsblad van 25 februari 2006. Zegt De Witte over Pascal Feryn, de ondernemer die geen allochtone werknemers naar zijn klanten wil sturen:

We hebben hem enkel gevraagd om de grondwet na te leven. Niemand, maar dan ook niemand kan en mag discrimineren op basis van cultuur, huidskleur of religie.
Oink? Grondwet? Staat er in de Belgische Grondwet een verbod op discriminatie? Nee, tenzij dat de overheid zijn (Belgische) burgers niet mag discrimineren, omdat alle Belgen gelijk zijn voor de wet:

Artikel 10: Er is in de Staat geen onderscheid van standen. De Belgen zijn gelijk voor de wet; zij alleen zijn tot de burgerlijke en militaire bedieningen benoembaar, behoudens de uitzonderingen die voor bijzondere gevallen door een wet kunnen worden gesteld. De gelijkheid van vrouwen en mannen is gewaarborgd.
De rest van de antidiscriminatiewetgeving is vastgelegd in gewone wetten. Het CGKR heeft Feryn gevraagd de antidiscriminatiewetgeving na te leven, niet de Grondwet. Bedoelde De Witte met "grondwet" niet de Belgische Grondwet, maar de basiswet van zijn antidiscriminatiebusiness? Is "grondwet" in deze context een soort intern jargon van de antidiscriminatiewerkers, waarme ze eigenlijk de wet van 25 februari 2003 bedoelen? In dat geval gebruikt De Witte een terminologie die op zijn minst misleidend is voor de buitenwereld.

Maar daar houdt het niet op. Wat verderop in het interview:

Wat is dat voor flauwekul dat de klant koning is en dus een Marokkaan van zijn erf mag ranselen? Komaan, ernstig blijven. (opgewonden) Wonen we in België of niet? Zijn er wetten of niet?
Dat "afranselen" is een dichterlijke vrijheid die De Witte zich permitteert en die we door de vingers zien omdat ze niet de kern van de zaak uitmaakt. Feryn had gezegd dat sommige van zijn klanten niet willen dat allochtonen de Feryn-kantelpoorten aan huis komen installeren. Een klant die geen allochtoon over de vloer wil, dat is nog iets anders dan een klant die een allochtoon van zijn erf afranselt. Maar het gaat hierom: de antidiscriminatiewetgeving verbiedt directe discriminatie (een verschil in behandeling dat niet objectief en redelijkerwijze wordt gerechtvaardigd) en indirecte discriminatie (een ogenschijnlijk neutrale bepaling, maatstaf of handelwijze die als dusdanig een schadelijke weerslag heeft op personen [...], tenzij die bepaling, maatstaf of handelwijze objectief en redelijkerwijze wordt gerechtvaardigd), maar enkel bij de volgende activiteiten:

  • het leveren of het ter beschikking stellen van goederen en diensten aan het publiek;
  • de voorwaarden voor toegang tot arbeid in loondienst tot onbetaalde arbeid of als zelfstandige, met inbegrip van de selectie- en aanstellingscriteria, ongeacht de tak van activiteit en op alle niveaus van de beroepshiërarchie, met inbegrip van de bevorderingskansen, alsook de werkgelegenheid en arbeidsvoorwaarden, met inbegrip van ontslag en bezoldiging, zowel in de privé-sector als in de overheidssector;
  • de benoeming of de bevordering van een ambtenaar of de aanwijzing van een ambtenaar voor een dienst;
  • de vermelding in een officieel stuk of in een proces-verbaal;
  • de toegang tot en de deelname aan, alsook elke andere uitoefening van een economische, sociale, culturele of politieke activiteit toegankelijk voor het publiek.

Er staan er nog een paar andere in de wet, maar het CGKR vond het niet nodig om die op zijn website te plaatsen, dus zullen die wel niet zo belangrijk zijn. Als een klant niet wil dat bedrijf Feryn een allochtone werknemer op hem af stuurt, dan is dat een vorm van discriminatie, die evenwel niet onder één van de hierboven opgesomde categorieën valt, en die dus niet strafbaar is. Het gaat mijns inziens niet om de toegang tot arbeid als zelfstandige: de klant neemt een product (de kantelpoort) en een dienst (de installatie van de kantelpoort) af, en selecteert daarbij de leverancier op basis van criteria waarvoor hij geen verantwoording moet afleggen. Maar De Witte mag natuurlijk altijd proberen om die klanten van Feryn voor de rechtbank te dagen. Want dat is wat hij in het interview beweerde, vanuit een maximalistische interpretatie van zijn eigen "grondwet": dat die klanten de wet overtreden.

In het bewuste interview roepen de uitspraken van De Witte bij de aandachtige lezer meer vragen op dan ze beantwoorden. Laat er geen twijfel over bestaan: ik vind racisme moreel verwerpelijk; discrimineren op allerlei gronden (bijvoorbeeld: ik vind juffrouw A sympathieker dan juffrouw B) doen we daarentegen in de privé-sfeer allemaal. Meer dan ooit ben ik ervan overtuigd dat het bestaan en de activiteiten van het CGKR ons leiden naar een samenleving met meer wantrouwen, meer verzuring, en minder verdraagzaamheid. Een overheid die de gedachten en de gedragingen van haar burgers wil sturen door middel van staatsdwang, verliest het respect van die burgers.

Read more...

24 februari 2006

Turkey as Neutral Mediator in Cartoon Row ? (Law & Justice)

The Austrian Presidency has invited Turkey to mediate in the conflict over the cartoons of the Prophet Mohammed. This seems a bit odd because Turkey has already made its position clear about the cartoons and a mediator is meant to be an independant neutral third party in a conflict between other parties.

Earlier this month Mr. Gul said that the publishing of the cartoons were a sign of "disrespect against the Prophet Mohammed" and he also protested against the "style of this disrespect".He also added that certain parts of the media saw this whole series of events as a test-case for freedom of expression and that "We have also observed an inclination to make use of the situation to probe the patience of the Islamic world and their conceptualization of freedom. Such cultural arrogance on the part of any culture or civilization cannot be justified."

Turkish Prime Minister Recep Tayyip Erdogan has called the cartoons insulting and demanded that legal action be taken against the cartoonists and the publishers.

Also, in November last year Denmark and ....Turkey had another clash about freedom of expression.

Consequently one could wonder what this "mediation" will lead to.
Read more...

Rechtbank Amsterdam Spreekt Officier van Justitie Vrij van Belediging Roma (Law & Justice)

Volledige vonnis: hier met samenvatting op Rechtspraak.nl :

"De rechtbank oordeelt dat de gewraakte bewoordingen van de Arnhemse officier van Justitie over een Roma-familie in de context van zijn requisitoir niet beledigend zijn. De officier ontleende de informatie aan het proces-verbaal van het politieonderzoek, aan de rapporten van de Jeugdreclassering en van de Raad voor
de Kinderbescherming. De rechtbank vindt het begrijpelijk en passend bij de rol van de openbare aanklager dat bij requisitoir aandacht wordt geschonken aan het uit de rapporten en het politieonderzoek opdoemend uiterst zorgwekkend beeld van
crimineel gedrag van bepaalde Roma-groepen. Verdachte heeft kennelijk in het vuur van zijn betoog de vereiste nuancering uit het oog verloren door in generaliserende bewoordingen over de Roma te spreken. Dat vindt de rechtbankuitermate ongelukkig en betreurenswaardig. Verdachte heeft na zijn requisitoir zijnexcuses aangeboden en zijn woorden gerelativeerd. Het handelen van verdachtebevindt zich op de grens van hetgeen de rechtbank toelaatbaar acht, maar alles overziende acht de rechtbank het telastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan dient te worden vrijgesproken. "

Achtergrondinformatie:

Openbaar Ministerie (in Nederland) met gedragscode
De stichting Landelijke Roma Stichting “Roma Emancipatie
NRC Handelsblad 23/02/06 : "OM: aanklager sprak niet grievend over Roma"
Justitie-OM-Rechtelijke macht in Nederland en België
Ethique du magistrat du parquet à l'audience (Frankrijk, Jean-Claude BERLIOZ, Avocat général près la Cour d'appel de CHAMBÉRY)
Read more...

22 februari 2006

Racistische kantelpoorten (Politiek Incorrect)


Het Inquisitiecentrum voor Ongelijkheid van Kansen en Opiniebestrijding, geleid door de mei 68-fanaat Jozef De Witte (foei, zo'n racistische naam!) gaat na ongeveer negen maand "gewacht" te hebben, dan toch een klacht neerleggen tegen het kantelpoortenbedrijf Feryn uit Kapelle-op-den-Bos. Dat bedrijf lokte in april vorig jaar nogal wat verontwaardigde reacties uit, nadat bekend raakte dat het allochtone (Maghrebijnse) sollicitanten weigerde aan te nemen. Dit omdat, aldus zaakvoerder Pascal Feryn, de klanten liever geen werknemers 'met een kleurtje' aan de deur krijgen om hun poort te installeren (Stel u voor dat ze het slot "per abuis" zouden "vergeten" op te monteren...)

Voor het Inquisitiecentrum-De Witte was dit reeds genoeg: Prompt contacteerde het CGKR Feryn met 'het vriendelijk verzoek' een heus diversiteitsplan op te stellen. Feryn knoopte daarop gesprekken aan met de diversiteitscel van Unizo, maar Feryns plannen werden door deze verworpen omdat ze te weinig concreet waren. Nadien ondernam Feryn niets meer. Volgens De Witte is het nu "welletjes" geweest, en daagt Feryn voor de rechter wegens inbreuk op de Wet van 25 februari 2003 ter bestrijding van discriminatie.

Het staat uiteraard buiten kijf dat deze klacht de zoveelste botte schanddaad is, die het overigens door en door gepolitiseerde CGKR voert. Het is een rechtsstaat onwaardig dat het recht op eigendom door een klacht vanwege een overheidscentrum wordt geschonden. Want tenslotte wordt noch de fysieke integriteit, noch het goed van een ander persoon (in dit geval de allochtone sollicitant) geschonden door hem niet te willen aanwerven. In iedere normale omstandigheid zouden het de aandeelhouders (dus de eigenaars) van het bedrijf moeten zijn wie wel en wie niet bij hen komt werken. Maar niet in België, waar crypto-Sovjetachtige wetgeving ervoor zorgt dat een der meest elementaire rechten - het recht op eigendom - in gevaar komt. Want door een klacht tegen Feryn neer te leggen, geeft het CGKR - en indirect dus ook de overheid - te kennen dat voor haar de hole 'non-discriminatie'-frase hoger staat dan het eigendomsrecht. Het Burgerlijk Wetboek stelt krachtens artikel 544 het volgende: "Eigendom is het recht om op de meest volstrekte wijze van een zaak het genot te hebben en daarover te beschikken, mits men er geen gebruik van maakt dat strijdig is met de wetten of met de verordeningen." Blijkbaar is de antidiscriminatiewetgeving in dit land in het geval-Feryn reeds voldoende om "strijdig" mee te zijn.

Het CGKR werkt bovendien ook met het stelsel van de "twee maten en twee gewichten". Enkele weken geleden nog werd een fitnesscentrum in Antwerpen ook al voor de rechter gedaagd wegens het overtreden van de antidiscriminatiewetgeving, maar de Arabisch-Europese Liga (AEL) wordt nu niet vervolgd. Nochtans heeft de AEL kortlings evenzeer de antidiscriminatiewetgeving overtreden door, in nasleep van de affaire rond de Deense cartoons, op haar webstek spotprenten te publiceren over de Holocaust. Toen luidde het credo bij het CGKR "dat we geen olie op het vuur willen gooien", en de AEL dus onbestraft blijft. "Nou breekt mijn klomp", zou Pim Fortuyn zaliger hierop gezegd hebben.

Het is dus in het belang van de democratie en de meest elementaire mensen- en burgerrechten - eigendom en vrije meningsuiting - dat dit Stasi-centrum, samen met de rimram aan antidiscriminatie- en andere censuurwetten - de laan wordt uitgestuurd. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat het CGKR financieel moet worden drooggelegd. Een eenmalige injectie van 50 miljoen euro, op het compto van de heer De Witte, is best nog verdedigbaar: Dit is de precieze kostprijs van een privé-vluchtje naar de maan. Enkele reis uiteraard.
Read more...

21 februari 2006

Hoe zit het nu met Saddam's massavernietingswapens?

Het geldt als een vaststaand feit: er waren geen massavernietingswapens in Irak toen de VS en haar bondgenoten Irak binnenvielen. Sindsdien waren er geruchten opgedoken dat de wapens net vóór de oorlog naar Syrië en Libanon waren verhuisd, maar er was praktisch niemand die dat serieus nam. Ik wist ook niet wat ik er van moet denken. Als het waar is, dan zou de Amerikaanse regering het nu toch van de daken schreeuwen, na al de beschuldigingen van leugens die ze over haar heen kreeg, niet?

Vandaag kwam ik het verhaal opnieuw tegen, maar ditmaal heel wat gedetailleerder. Bovendien wordt een mogelijk antwoord gegeven op mijn vraag van hierboven. Blijkbaar zouden de Russen, die Saddam Hoessein de bulk van zijn wapentuig hadden verkocht, verantwoordelijk zijn voor de verhuis. Op die manier wilden ze vervelende beelden van kisten wapens met Russische etiketten vermijden. De Amerikaanse terughoudendheid zou verklaard worden door het huidige diplomatieke steekspel rond het nucleaire programma van Iran: je kan de Russen momenteel beter te vriend houden...

Nou ja, ik weet nog altijd niet wat ik er van moet geloven, maar het is in ieder geval spannende lectuur.

PS. Ondertussen zijn ook zgn. Saddam-tapes opgedoken, waaruit blijkt dat Saddam tot op het einde nog ambities met gevaarlijk wapentuig koesterde.
Read more...

20 februari 2006

De Europese waarden: bescherm ze tegen de waarden van de Europese Grondwet

Rede bij de opname in de Europese Eresenaat van de BVSE-UEF, Antwerpen 5 februari 2006


Hooggeachte vergadering van eresenatoren, waarde kanselier, dames en heren,

Een bezinning over Europa kan vele vormen aannemen; soms kan het wel eens nuttig zijn die bezinning terug aan te zetten bij de grondslag van Europa, of liever bij de grondslag die de heersende regeringen aan Europa wensen te geven. Daarvoor moeten we kijken naar de grondslagen die men meer bepaald aan Europa wil geven in het ontwerp van Europese grondwet - God hebbe haar ziel -.

Welnu, art. 2 van dat ontwerp somt op als de waarden van de Europese Unie, de waarden waarop de Unie uitdrukkelijk wordt gegrond: eerbied voor de menselijke waardigheid; vrijheid; democratie; gelijkheid; rechtsstaat; eerbiediging van mensenrechten. Men zou dus kunnen verwachten dat hiermee een specifiek Europees erfgoed wordt bedoeld, waarmee de Grondwet de specificiteit van de Europese beschaving wil aangeven.

Een particuliere lotsgemeenschap gronden op universele waarden ?

Maar in de preambule van datzelfde ontwerp, waarvan het voornaamste kernmerk overigens de negatie van zowel het christendom als elke transcendentie is, vinden we dat dezelfde waarden worden gekwalificeerd als "universele" waarden.

De grondslag van Europa als een particuliere Schicksalsgemeinschaft wordt aldus uitsluitend gelegd in zogenaamde waarden waarvan men tegelijk zegt dat ze niet specifiek Europees maar universeel zijn. Mij lijkt dit bijzonder problematisch. Het is van tweeën één: ofwel gaat het om zaken waarover de hele wereld het eens kan zijn, en dan is de inhoud ervan noodzakelijkerwijze erg dun, en onvoldoende om een project op te bouwen met de ambities die de Europese grondwet pretendeert, ofwel gaat het om zaken die rijkelijk goed gevuld zijn vanuit onze particuliere traditie, - dik in de woorden van Michael Walzer (1) - en waarvan wij vinden dat de hele wereld ze zou moeten hebben, wat betekent dat we de hele wereld tot Europa willen maken.

Een Europa op een dergelijke grondslag kan slechts gedoemd zijn tot mislukken dan wel - minder waarschijnlijk, maar zeker niet aanlokkelijker - op te gaan in een wereldgemeenschap waarvan de Europese volkeren nog slechts enkele procenten zullen uitmaken en dus hun zelfbeschikking verliezen.


Of zijn die universele waarden enkel bedoeld als door particuliere gemeenschappen in vrijheid in te vullen framework ?


Of zou men bedoelen dat de genoemde universele waarden slechts een uitwendig kader zijn waarbinnen eerst de echte, particuliere waarden van Europa kunnen bloeien en tot hun recht komen. Die particuliere waarden zouden dan kunnen gelezen worden in de typering die art. 2 vervolgens geeft van de Europese samenleving als een "samenleving die gekenmerkt wordt door pluralisme, non-discriminatie, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, solidariteit en gelijkheid van vrouwen en mannen". En sommige van de genoemde waarden lenen zich inderdaad tot een interpretatie waarin ze veeleer een universeel instrument zijn waarbinnen precies particulariteit tot ontwikkeling kan komen - zeker de begrippen vrijheid en democratie lenen zich tot die interpretatie, het begrip rechtsstaat is er niet mee in strijd, en de begrippen mensenrechten, gelijkheid en menselijke waardigheid kunnen een interpretatie krijgen die daar niet mee in strijd is. Daarmee bedoel ik een interpretatie waarin elke particuliere gemeenschap precies eigen opvattingen en gebruiken kan ontwikkelen over alles wat van waarde is of zij van waarde acht, dus een particuliere niet-universele visie kan ontwikkelen op de mens en de wereld, over het goede leven en de bestemming van de mensen.

Deze welwillende interpretatie van mij is echter in tegenspraak met de tekst en de ideologie van de meeste auteurs. Ten eerste zijn deze tweede reeks kenmerken kenmerken die dezelfde mensen natuurlijk ook als "universeel" beschouwen en niet als particulier voor de Europese waardengemeenschap. Ten tweede stellen we vast dat de eerstgenoemde reeks waarden zeker niet uitsluitend bedoeld is als een kader, een uitwendig framework waardoor precies een ruimte wordt geschapen waarbinnen de Europese volkeren en burgers gemeenschappelijke en minder gemeenschappelijke particuliere waarden kunnen uitdragen. Zij worden helemaal niet beschouwd als een louter institutioneel kader of platform, maar als de substantie zelf van de Europese waarden, die dus blijkbaar geen andere substantie mag hebben dan een universele en dus niet specifiek Europese. Trouwens, indien het zou gaan om een institutioneel kader, dan heeft men daarvoor geen ronkende abstracte begrippen nodig, maar concrete maatregelen over de organisatie van instellingen, de checks and balances van de macht, de rechtsbescherming van de burgers, de concrete vrijheden in het meervoud veeleer dan de abstracte vrijheid in het enkelvoud, de garanties voor het blijven bestaan van de democratie tegen de steeds sluipende machtsconcentratie en dergelijke meer. Niet dat dergelijke maatregelen niet ook te vinden zijn in de ontwerp-grondwet; maar blijkbaar behoren zij niet tot de grondslag zelf van Europa, want die grondslag wordt alleen gezocht in universele waarden.


Een optimistische interpretatie


Het zou nochtans mooi zijn en een getuigenis van de bescheidenheid die staatslieden past mocht men in die tekst kunnen lezen dat de politieke structuur van Europa zich beperkt tot het organiseren van een kader, een ruimte van vrijheid, waarbinnen juist volkeren en burgers eerst de mogelijkheid hebben om particuliere - dus niet-universele - waarden en levenswijzen als erfgoed te bewaren en al dan niet met veranderingen door te geven, en aldus in vrijheid moreel te handelen. Een kader dat juist de mogelijkheid moet garanderen om op verschillende niveaus een collectieve identiteit uit te dragen, een Europese identiteit waar die bestaat, een nationale of regionale, en zelfs een lokale of zeer particuliere identiteit voor andere zaken. Een dergelijk kader zou inhouden dat niet enkel het universele, maar juist ook het particuliere legitiem is, voor zover het juist niet op andermans territorium en dus zeker niet universeel wordt opgelegd. Het zou bijvoorbeeld betekenen dat de integratie die van nieuwkomers mag worden geëist, niet beperkt blijft tot de aanvaarding van universele waarden, maar juist een integratie in de particuliere regels van de particuliere gemeenschap inhoudt. Waarbij ik natuurlijk niet gezegd wil hebben dat het particuliere van die gemeenschap niet juist wezenlijk kan gekenmerkt zijn door pluralisme en tolerantie, of juister nog door de precieze vorm, die die gemeenschap geeft aan de concrete vrijheden die de Europese beschaving in de loop der eeuwen heeft ontwikkeld.

Van die concrete vorm, die jammer genoeg vandaag in meerdere opzichten aftakelt, heb ik de grondtrekken aangegeven in een andere lezing, onder de titel "De fundamenteelste vrijheid: de vrijheid om te discrimineren" (2).

Zij komt er kort gezegd op neer dat de "europese" samenleving gebaseerd is op de institutionalisering van een aantal concrete grondvrijheden, ruim afgebakend door middel van rechtsregels, waarbinnen burgers samen met anderen aan zingeving, zorg, identiteit en waardenbeleving te doen (3). Die vrijheden zijn niet geïnstitutionaliseerd om die waarden en levenswijzen te verbannen uit het openbare leven maar juist om ze daar tot hun recht te laten komen en tegelijk te vrijwaren tegen verstikkende uniformisering door de overheid.

Naast die concrete vrijheden zijn er wel degelijk ook andere particuliere levensvormen die de Westerse beschaving fundamenteel getekend hebben. Denken we bijvoorbeeld aan de cruciale betekenis van het echtpaar van één man en één vrouw in de sociale structuren. En herinneren we er aan dat de Westerse samenleving gegrondvest is op de loyauteit van burgers aan een gemeenschap die georganiseerd is door middel van een territoriale wet, de loyauteit van burgers die een ingebeelde gemeenschap vormen met anderen die zij persoonlijk niet kennen, met een burgerlijke overheid die gescheiden is van de kerkelijke overheid. Dit concept van burgerschap komt vandaag sterk in botsing met diegenen wiens loyauteit "elders" ligt - de "Muhajirun" -, en die slechts een elders door God gedicteerde wet aanvaarden in plaats van the law of the land waarvan de legitimiteit niet wordt erkend (4).

Het optimisme gesmoord: de waarden van de Unie als areligieuze staatsreligie van de Unie

Het zou dus mooi zijn indien de Europese grondwet inderdaad beoogt het kader te scheppen waarin de particuliere samenlevenswijzen en levensvisies van de Europese volkeren, die de rijkdom van de Europese beschaving uitmaken, verder kunnen bloeien en ontwikkelen.

Jammer genoeg zijn er vele tekenen die erop wijzen dat niets minder waar is (5). Sommige Europese instellingen hebben zich namelijk ontwikkeld tot liberticide instanties, die de particuliere waarden en levenswijzen van de Europeanen uit het openbare leven en liefst zelfs uit het zuiver private leven willen verbannen en ze vervangen door een morele leegte.

De nieuwe europese staatsreligie heeft belangrijke europese waarden geperverteerd:
- de gelijkwaardigheid van man en vrouw, inderdaad een fundament van onze beschaving, is geperverteerd tot absolute gelijkheid en daarmee de negatie van het bestaan van mannen en vrouwen;
- het feit dat de europese naties al eeuwenlang geen tribale, raciale of strikt etnische grondslag hebben is geperverteerd tot het fanatieke antiracisme;
- de verworvenheid van religieuze tolerantie is geperverteerd tot het verplicht gelijkwaardig achten van alle godsdiensten, zij het vooral van één bepaalde despotische godsdienst jegens dewelke we ons blijkbaar véél minder mogen permitteren dan jegens alle andere;
- en meer algemeen is de tolerantie jegens afwijkende opvattingen geperverteerd tot "une tolérance qui ne tolère qu'elle-même" (6);
- de gelijkheid van de burgers voor de wet (zoals in art. 10 Belgische grondwet) is geperverteerd tot een verbod voor burgers tot elke ongelijke behandeling die men niet objectief en redelijk kan rechtvaardigen en een volmacht aan de overheid om zich met alle private verhoudingen te moeien onder het om van discriminatiebestrijding (7).
De gehechtheid aan traditionele europese waarden en de uitoefening van de godsdienstvrijheid wordt gecriminaliseerd tot homofobie (8), xenofobie of islamofobie.
De traditionele instelling van het huwelijk wordt verketterd wegens zogezegde discriminatie.
Het traditionele respect voor het leven wordt vervangen door een "recht op abortus" dat men aan de lidstaten wil opleggen (9).

Nu kan men erover van mening verschillen of die traditionele Europese waarden en levenswijzen, die met name sterk door het christendom zijn getekend, maar niet alleen - Philippe Nemo schetst in zijn schitterend essay Qu'est-ce que l'occident vijf cruciale sleutels van de Europese identiteit, van het Griekse politieke burgerschap onder de wet, over het romeins recht, de bijbelse eschatologische geschiedenisopvatting, de gregoriaanse inrichting van de kerk voor een verbetering van de wereld tot de in de moderne tijden rijp geworden opvattingen over pluralisme en fundamentele vrijheden - men kan dus van mening verschillen over de inhoud van de traditionele Europese waarden. De fundamentele vrijheden van geweten, meningsuiting, godsdienst en vereniging maken het mensen precies mogelijk voor uiteenlopende morele opvattingen te ijveren !

Althans, ik dacht dat men daarover van mening kon verschillen. En dat is het juist: men mag daarover niet meer van mening verschillen. Europa is gekaapt door mensen die beslissen dat er voor al die vragen maar één universele waarheid meer bestaat, namelijk die van "dé" Rechten van "de" Mens, en dat alle Europese volkeren en burgers dus aan die ene waarheid onderworpen zijn. In naam van die universele waarheid van "De Mensenrechten" worden de concrete vrijheden die de ruimte geven om van mening te verschillen ingeperkt en steeds meer meningen gecriminaliseerd als gevaarlijke fobieën. De Europese samenleving waarover de Unie het heeft is van een ruimte van vrijheid voor meerdere morele opvattingen tot een ruimte van vrijheid van moraal gemaakt, tot een verplichte morele leegte.

Why the rest hates the West

Men moet dan ook niet verbaasd zijn over de heftigheid van de antiwesterse haat in grote delen van de wereld (10). Begrijp me niet verkeerd: het Westen wordt ook gehaat omwille van de vrijheid van godsdienst, meningsuiting en dergelijke die hier werd ingesteld; maar het wordt nog meer gehaat omdat die vrijheid, die ertoe diende het morele handelen juist eerst ruimte te geven, daarvoor steeds minder gebruikt wordt en kan worden gebruikt, ja zelfs vervangen wordt door opgelegde amoraliteit, of althans door een verplicht belijden van morele opvattingen die juist ingaan tegen de meest fundamentele overtuigingen van een deel van de Europese burgers maar vooral van het grootste deel van de niet-Westerse wereld. Symptomatisch hiervoor was het door de regering-Verhofstadt op 8 juli 2005 goedgekeurde zogenaamd "Handvest voor het Staatsburgerschap" (11) dat de waarden wilde opsommen die nieuwkomers moeten aanvaarden om als burger te integreren in onze samenleving, en inhoudelijk nauwelijks verder kwam dan het opleggen van een akte van geloof in absolute gelijkheid van man en vrouw, abortus, euthanasie en homohuwelijk. Met andere woorden: andersluidende opvattingen daarover moeten uit onze samenleving worden geweerd, zoals zij eerder reeds door het Europees parlement uit de Europese instellingen werden geweerd met het Berufsverbot voor Rocco Buttiglione (12).

Nous sommes tous des danois.

Hooggeachte vergadering,

het ontwerp van Europese grondwet - requiescat in pace - bevat een reeks liberticide bepalingen waarbij in naam van universele mensenrechten de vrijheid van Europese burgers en volkeren om hun mening te uiten, zich te organiseren en aan zingeving te doen wordt ingeperkt (13). Deze liberticide bepalingen staan in dienst van een anti-identitaire religie. Daartegen moeten wij strijden voor wat de Duitse Verfassungsrichter Udo di Fabio die "Kultur der Freiheit" (14) noemt.

Het is weliswaar niet de taak van de overheid, noch de nationale noch de Europese, om de culturele identiteiten van Europa en zijn volkeren van bovenaf te bepalen; de plaats daarvoor is de burgerlijke samenleving, die daarvoor dan ook de vrijheidsruimte moet krijgen, in de hoop dat ze met die ruimte iets zinvol doet.

De overheid, en al zeker de Europese overheid, heeft niet het recht die vrijheid af te schaffen door elk discriminerend gebruik ervan te verbieden. Ja, het moet mogelijk blijven om ironische afbeeldingen te maken van welke profeet ook, om kritiek te uiten op zowel religieuze als seculiere opvattingen, om het private zowel als het publieke gedrag van een meerderheid zowel als een minderheid te bekritiseren, om andersluidende opvattingen te hebben over de rol van mannen of vrouwen, om etniciteit ter sprake te brengen. En het moet omgekeerd voor anderen evenzeer mogelijk blijven om tegen dergelijke opvattingen in te gaan, geweldloos welteverstaan.

De civil society van de Europese volkeren als ruimte van vrijheid is er niet gekomen om zingeving, moraliteit en fatsoen naar de loutere privésfeer te verbannen, maar juist om ze in de samenleving te laten bloeien, om ze kansen te geven in pluralisme en verdraagzaamheid. Het gebruik dat van die vrijheid gemaakt wordt is niet altijd fatsoenlijk en getuigt niet steeds van goede smaak. Zo mag er gerust wat meer fatsoen en goede smaak komen in onze media, in onze wijze van samenleven, in ons handelen en spreken. Maar het moet al even duidelijk zijn dat wij niet mogen zwichten voor diegenen die ons fatsoensnormen of wetten willen opleggen die van elders komen, dat het aan de burgers en volkeren van Europa is om die te bepalen en wij daarvoor niet elders verantwoording verschuldigd zijn. In dit opzicht kan ik vandaag enkel zeggen: We are all Danes now.

Dames en heren, Europa is een fantastisch avontuur. Europa heeft zijn specifieke samenlevingswijze, niet vanuit universele axioma's gedicteerd, maar doorheen zijn geschiedenis met vallen en opstaan ontwikkeld. Ik heb geprobeerd U aan enkele wezenlijke elementen ervan te herinneren. Sta niet toe dat Europa gekaapt wordt door de pensée unique van la tolérance qui ne tolère qu'elle-même. Sta niet toe dat de vrijheid vervangen worden door de ideologie van de non-discriminatie. Europa is ons te dierbaar, en we hebben er maar één.

Ik heb gezegd.

Voetnoten:
1. M. WALZER, Thick and Thin. Moral argument at Home and abroad, University of Notre Dame Press, Chicago 1994.
2. Onder meer verschenen in Vivat Academia 2005, nr. 126, p. 3-27 en in Teksten Kommentaren en Studies (TeKoS) 2005 nr. 118, p. 3-14, en te vinden via http://www.storme.be/vrijheidsprijs.html.
3. Zie over die nadere invulling ook mijn "Cultuur: consumptie-artikel of zingeving in gemeenschap?, in Financieel-economische Tijd 5 juni 2002, ook op http://www.storme.be/FETcultuur.html.
4. Zie over het ene zowel als het andere pregnant R. SCRUTON, The West and the rest, 2003 (Nederlandse vertaling: Het Wetsen en de islam).
5. Symptomatisch is dat de eerbiediging van "de gebruiken van de lidstaten, met name met betrekking tot godsdienstige riten, culturele tradities en regionaal erfgoed" in de Grondwet enkel ter sprake komt in .... de bepaling die het welzijn van dieren vooropstelt in het Europees beleid (art. III-121 GW).
6. Met de uitdrukking van A. FINKIELKRAUT, "Tolerantie: de laatste tiran?", De groene Amsterdammer 2 december 1998; A. FINKIELKRAUT, L'ingratitude, Conversation sur notre temps, Gallimard, Parijs 1999, p. 196 v. en 204 v., in het Nederlands als Ondankbaarheid, Contact, Amsterdam 2000. Zie ook Édouard FILLIAS, "Le fanatisme de la tolérance".
7. De ontwerp-grondwet onderscheidt duidelijk de gelijkheid voor de wet (art. II-80) van het veel verderreikende verbod op elke discriminatie (art. II-81). Art. I-3, 3 lid 2 stelt als één van de eerste doelstellingen van de Unie zelfs de bestrijding van discriminatie voorop. Art. III-118 stelt de bestrijding van discriminatie voorop bij ieder beleid en ieder optreden. Het klassieke evenwicht tussen gelijkheid voor de wet en vrijheid in private verhoudingen is dus opzijgezet ten gunste van een gelijkheidstotalitarisme.
8. Resolutie van het Europees Parlement over homofobie in Europa, goedgekeurd 18 januari 2006,ook besproken op Brussels Journal.
9. Opinion of the EU network of independent experts in fundamental rights on the right to conscientious objection and the conclusion by EU Member States of Concordats with the Holy See, december 2005 ("CFR-CDF Opinion 4.2005", in pdf). Dit netwerk is door de EU opgezet. Zie verder Brussels journal.
10. Lees in dit verband M. PEARSE, Why the rest hates the West, Understanding the roots of global rage, Intervarsity press Illinois 2004.
11. http://www.belgium.be/eportal/application?pageid=contentPage&docId=39144,voorbereid door de "commissie interculturele dialoog" (waarvan het verslag te vinden is in pdf).
12. "Ontslag Buttiglione illustreert machtsgreep europese tegenreligie"
13. Naast de reeds geciteerde bepalingen betreffende de bestrijding van alle discriminaties gaat het bv. ook om de zgn. anti-misbruikclausule van art. II-54, krachtens dewelke de fundamentele vrijheden zoals meningsuiting en vereniging niet mogen gebruikt worden om enig ander door de grondwet erkend grondrecht te bestrijden. Daarmee worden die vrijheden eigenlijk ontkend.
14. U. di FABIO, Die Kultur der Freiheit, Beck München 2005.
Read more...

19 februari 2006

Bolkestein-light: Een goedje met een bittere smaak (Politiek Incorrect)


Afgelopen donderdag stemde het Europees Parlement in met een "gewijzigde" versie van de zogenaamde Bolkestein-richtlijn voor een vrij verkeer van diensten binnen de Europese Unie. Nadat afgelopen weken te Straatsburg enkele duizenden syncdicale heethoofden vernielingen aan het gebouw van het Europees Parlement hadden aangebracht, kon het niet anders dan dat men de verguisde Bolkestein-richtlijn zou wegstemmen, of zou afzwakken tot het gewoon geen meerwaarde meer opbrengt.

Het Europees Parlement heeft voor het tweede scenario gekozen. Nadat zowel de conservatieve Europese Volkspartij als de Europese Socialistische Partij enkele amendementen hadden ingediend ter afzwakking van de dienstenrichtlijn, werd de compromistekst met 391 voor-stemmen gesteund.

Echter, van de oorspronkelijke Bolkestein-richtlijn valt nog maar weinig te merken. Eerst en vooral diende het 'beginsel van land van oorsprong' te sneuvelen. Op zich is dat nog een aanvaardbare eis geweest van de syndicale beweging, maar een enorm storend element aan de vernieuwde dienstenrichtlijn is de hele resem aan uitzonderingsmaatregelen die werden geïmplementeerd. Zo zijn de "sectoren van maatschappelijk nut", zoals onderwijs, gezondheidszorg - ook als ze door de privé-sector wordt aangeboden! - en de transportsector (In hoeverre is deze laatste uitzondering overigens compatibel met het EEG-principe van het vrij verkeer van goederen en personen?). Maar de meest onzinnige uitzonderingsregel in de nieuwe richtlijn is toch wel dat ook de uitzendsector eruit is gehaald, en ten prooi zal vallen aan protectionistische nationale wetgeving. Nochtans is de uitzendsector een van de belangrijkste tendenzen binnen de dienstensector. In Vlaanderen is vandaag de dag bijvoorbeeld de uitzendsector goed voor amper 2 % van de totale tewerkstelling, maar de evoluties in andere Europese landen tonen aan dat de uitzendsector wel degelijk in de figuurlijke lift zit. En men spreekt maar al te graag over de "flexibilisering van de arbeidsmarkt", maar zonder een goed uitgebouwde uitzendsector is die flexibilisering totaal onmogelijk. Het opnemen van die uitzendsector in de Europese dienstenrichtlijn had dan ook van cruciaal belang geweest.

Unice, het verbond van Europese werkgevers, maakt zich dan ook grote zorgen, en vreest dat gezien de vele en complexe uitzonderingsmechanismen in de nieuwe dienstenrichtlijn, verschillende bedrijven met grote rechtsonzekerheid dienen te leven wanneer ze in een ander Europees land diensten willen leveren. Dit leidt dan ook tot een oneindig lang geprocedeer voor het Europees Hof van Justitie, vooraleer het bedrijf kan weten of het nu wel of niet haar dienst kan leveren in een ander land. Het Europese bureaucratische monster komt dus weer te boven, terwijl de aanvankelijke richtlijn van EU-Commissielid Frits Bolkestein juist een vereenvoudiging van Europese arbeidsregels voor ogen had. Het is dan nog maar de vraag of we eigenlijk wel echt gebaat zijn met dit 'Bolkestein-light' brouwsel, waarin veel te veel rode kleurstof is bijgemengd. Het is nochtans alles of niets voor de Europese dienstenmarkt: Op dit moment is de dienstensector goed voor maar liefst 68 % van de tewerkstelling in de eurozone. Daar staat tegenover dat de diensten binnen de Europese handel in dalende trant zitten: In 1992 was de dienstensector nog goed voor 22,8 % van de inter-Europese handel; in 1999 was dit percentage tot 21,6 % teruggevallen. Dit alles is natuurlijk te wijten aan het niet bestaan van duidelijke Europese regelgeving ter zake. En de regelgeving die enkele dagen geleden gestemd is, is alles behalve duidelijk. Een zeer spijtige zaak, temeer volgens een in oktober 2005 verschenen studie van de OESO de liberalisering van de dienstensector binnen de EU een stijging van de collectieve welvaart met 1,8 % zou teweegbrengen, alsook een toename van zomaar eventjes 2,5 miljoen jobs. Dat laatste wilden de vakbondsvandalen die op 16 januari laatstleden "Kristallnacht" herspeelden tegen alles wat Europees en kapitalistisch is echter niet weten.

Na de verwerping door Frankrijk (en in mindere mate door Nederland) van de Europese Grondwet, verkeert Europa nog steeds in een diepe crisis. Aan een Europa dat lijdt aan een regelitit-diarree kunnen we alleen maar lak hebben. Maar daarom moet Europa nog steeds niet verzaken aan haar primordiale plicht: Een bakermat van vrijheid zijn, ook voor de ondernemer. Dat in de huidige internationale context waarin (nieuwe) economische grootmachten als China, India en de VS ons voorbijsteken, stemt tot nadenken. Op dit moment doen de leiders van het Oude Continent het echter in hun broek bij het zien van een rode vlag of groene sjaal. Economische hervormingen zijn echter broodnodig; vooraleer we met zijn allen economisch de dieperik in zullen duiken. En gegarandeerd: Het zullen de syndicalisten zijn die als eerste dat ravijn in zullen vallen, dat ze zelf geschapen hebben...
Read more...

New Cartoon Row in the Making? Is Dutch Gregorius Nekschot next? (Law & Justice)

During the Danish cartoon row the question was raised who would be next. Could it be the Dutch cartoonist Gregorius Nekschot? Gregorius Nekschot stays anonymous and uses a pseudonym. Long before the Danish cartoon case even existed, he made a lot of cartoons related to politics and religion, not only about Islam.

According to a message posted by the Dutch cartoonist in a newsgroup related to Dutch politics and the website 'Het Vrije Volk' ('The Free People'), the Dutch imam Abdul Jabbar van de Ven, a Dutch convert as his names indicates, now started a campaign against Nekschot.

Via a forum called marokko.nl Abdul Jabbar van de Ven asked other users of the forum (here, click on "eerste blad") to file a complaint against Nekschot at the Dutch Complaints Bureau for Discrimination on the Internet because he is inciting hatred against Muslims or insults Muslims.

According to its website "the Complaints Bureau for Discrimination on the Internet operates completely independently and is not linked to any political party or interest group. The board of the Foundation, management and staff consist of people who represent a mirror-image of Dutch society as to their descent, religious beliefs, gender or sexual preference."

The Bureau is subsidized by the Dutch Government (Ministry of Justice).

As a consequence of the campaign against Nekschot, the Complaints Bureau for Discrimination on the Internet was apparently flooded with complaints and urged the Public Prosecutor to start a case against Nekschot based on criminal law.

Is another manipulated cartoon row in the making?
Read more...

18 februari 2006

Nieuwe bevindingen van de NBB (Politiek Incorrect)

Eergisteren presenteerde de Nationale Bank van België (NBB) haar jaarlijks rapport over 's lands economie en aanverwante aangelegenheden. En neen, het gaat niet al te best met dit Belgenland. Enkele gegevens die men uit het rapport kan afleiden:

Vooreerst springt de almaar verdere stijging van de Belgische belastingdruk op. Die druk is in 2005 tot 45 % van het BBP geklommen, wat dus een stijging is van 0,6 % tegenover 2000; het jaar waarin Verhofstadt het eerste jaar van zijn eerste ambtstermijn voltooide. In werkelijkheid ligt de totale belastingdruk in België nog hoger, omdat de NBB alleen maar gekeken heeft naar de inkomstenmiddelen van de federale overheid, en die van gewestelijke en lokale overheden buiten beschouwing heeft gelaten. De NBB merkt echter op dat de federale overheid voor een bedrag van 162 miljoen euro aan lastenverlagingen voorzag in 2005. Hoe kan deze belastingdruk dan toch zijn gestegen? De NBB verklaart dit door te wijzen naar bijvoorbeeld de verbreding van de belastbare basis bij de inkohiering van de vennootschapsbelasting, de stijging van de inkomsten van de indirecte belastingen (die nu goed zijn voor 11,5 % van het BBP aan inkomsten) en de stijging van de lonen, waardoor ten gevolge van de progressiviteit van het Belgische belastingstelsel deze lonen zwaarder belast worden. Ook de belastingen op vermogen - hoewel 'officieel' onbestaande in België - zijn goed voor een hap van 3,8 % van het BBP. Die inkomsten zijn voornamelijk een gevolg van de Europese spaarrichtlijn.

Nauw verwant aan de belastingdruk is natuurlijk ook de hele problematiek van de loonkosten. NBB-gouverneur Guy Quaden herhaalde andermaal zijn bezorgdheid over de concurrentiekracht van 's lands ondernemingen. Die zorg is ook meer dan terecht: De lonen in de particuliere sector stegen met 2,2 %, tegenover 1,8 % in de drie Belgische buurlanden. Ook de impact van de loonindex op de loonkost is geklommen naar 2,1 %. De loonkost per eenheid product is t.o.v. 2004 overigens nog met 2,1 % toegenomen; het verschil in loonkost (per eenheid product) in vergelijking met de eurozone bedraagt 10 %. Deze negatieve spiraal van hoge loonkosten zorgt er dan ook onder meer voor dat het werkloosheidspercentage tot 8,8 % is gestegen (+ 2,2 % in Brussel; + 0,7 % in Vlaanderen en + 0,5 % in Wallonië). De 40.000 extra jobs die in 2005 gecreëerd zijn, worden hierdoor dus tenietgedaan.

Over de overheidsfinanciën laat de NBB zich gematigd uit. Zij stelt dat het een puike prestatie is van België een begroting in evenwicht af te leveren, in tegenstelling tot andere Europese landen, waar de begrotingstekorten soms de 3 % (Maastrichtnorm) overschrijden. Toch kunnen ook hier weer enkele vraagtekens worden bijgeplaatst: Zo zou zonder de bijdrage van de gewesten (lees: Vlaanderen) en de lokale overheden, het begrotingstekort 652 miljoen euro bedragen*. De NBB wijst de regering er overigens ook op dat er dringend werk moet worden gemaakt van structurele (!) begrotingsoverschotten, teneinde de kosten van de vergrijzing te kunnen opvangen. In 2002 kondigde de regering nochtans aan dat reeds vanaf 2005 een overschot van 0,7 % /BBP zou moeten worden gehaald. Momenteel halen we dus een maar met moeite behaald evenwicht. Ook de eenmalige inkomsten maakten in 2005 nog voor 0,5 % van het BBP deel uit van het begrotingsresultaat, maar desondanks is er een dalende gebruikstrend waar te nemen over de jaren heen. Ook is de NBB ervan overtuigd dat de overheidsschuld sneller gezuiverd had kunnen worden, indien men niet meteen misbruik had gemaakt van de historisch lage rente. Want momenteel slorpen de rentelasten op de overheidsschuld 4,5 % van het BBP op. In 2003 was dit nog 5,3 %, en in 2000 zelfs bijna 7 %. Helaas, de overheid heeft vooral forse investeringen in de gezondheidszorg moeten plegen, wat ervoor zorgde dat het primair overschot (verschil inkomsten-uitgaven zonder rentelasten) tot 4,5 % van het BBP daalde. Het jaar daarvoor was dit nog 4,8 %. Dit is natuurlijk een spijtige zaak, en de NBB legt er andermaal de nadruk op dat die lage rente maar een zeer tijdelijk fenomeen is: Gezien de recente evoluties in euroland - denken we maar aan de renteverhoging door de Europese Centrale Bank (ECB) - zullen de rentelasten ooit wel terug beginnen stijgen, wat een negatieve impact op de overheidsfinanciën teweeg zal brengen.

Al bij al een toch wel overwegend kritische commentaar. Of hier ook de nodige politieke conclusies uit zullen worden getrokken, is een andere vraag. De fameuze 'tien werven' van de federale regering die vorige maand werden aangekondigd zullen hier alleszins maar bitter weinig aan veranderen: Dit hoofdzakelijk rood gekleurd pamflet waarin zelfs de "liberalen" zich kunnen vinden in het behoud van de automatische loonindexering, is veeleer een opdoffer danwel een impuls voor onze economie.

(*) Dat deficit van 652 miljoen euro heeft dus betrekking op Entiteit I van de begroting (federale overheid + sociale zekerheid). Doch, om een begroting conform de Europese begrotingsregels voor te stellen, is ook de inachtname van Entiteit II (gewestelijke + lokale overheden) noodzakelijk. Het is dus die accumulatie van Entiteit I en II die dus de 'geconsolideerde Belgische begroting' vormt, en in evenwicht is.
Read more...

17 februari 2006

Ter Zake verdedigt apartheid (The Flemish Beerdrinker)

Ter Zake is niet meteen mijn favoriet programma. Eerder per ongeluk kwam ik dan toch op dat duidingsprogramma terecht. Het was donderdagavond. De reportage ging over een fitnesscentrum. Niets nieuws zul je zeggen? Toch wel. Het was een fitnesscentrum uitgebaat door niemand minder dan de broer van de imam. En wat nog meer bijzonder was: in tegenstelling tot sommmige centra uitgebaat door Vlamingen was deze toegankelijk voor allochtonen én autochtonen. Mooi hé? Dat vond de VRT althans. Dat de broer van de imam tot zulke daad van inburgering bereid is. Het venijn zat echter in de staart. Wat bleek nu? Mannen en vrouwen mochten niet gezamelijk trainen, maar apart. Nu was dat niet erg, zo verklaarde de reportagemaker, zonder enige kritische noot. De meisjes hadden er immers zelf om gevraagd. Ooooh, wel dàn is het geen probleem natuurlijk. Dan zullen we er maar respect voor opbrengen zeker, en vooral geen kritische vragen over stellen, laat staan grappen over maken. Wie weet wordt je er van beschuldigd een "clash of civilizations" na te streven. Ik zei het al : Ter Zake is niet mijn favoriet programma.
Read more...

16 februari 2006

Respectvolle beschouwingen over vrijheid van meningsuiting (The Flemish Beerdrinker)

Liberty, if it means anything, is the right to tell people what they don’t want to hear.
(Slogan boven de weblog van Harry’s place, een groepslog van Britse sociaal-democraten met niet alleen het hart maar ook het verstand op de juiste plaats.)
Nee, vrijheid van meningsuiting is niet absoluut. Maar in het democratie is het wel het hoogste goed. Het is veel belangrijker dan bijvoorbeeld het stemrecht (of –plicht). Vraag het maar aan de Iraniërs die wel mogen stemmen, maar waarvan de vrijheid van meningsuiting strikt door de overheid wordt vastgesteld. De vrijheid van meningsuiting ligt vandaag onder vuur. Letterlijk, door de diverse aanvallen van moslims. Maar ook figuurlijk door al het postmoderne gewauwel over “wederzijds respect”. Tradities, gewoonten enzovoorts moeten met respect behandeld worden, en dus de kritiek de mond gesnoerd. Merkwaardig overigens dat je zoiets ook hoort verkondigen bij de pseudo-progressieven zoals Chantal Pauwels van Groen!

Hoogste tijd dus voor liberalen om hun idee met evenveel vuur te verdedigen. Maar dan wel zoals het hoort: met het woord, en niet het zwaard. Maar vooraleer dat te doen, moeten we zelf ook de beperkingen op de vrijheid van meningsuiting durven erkennen. Want vanuit het liberalisme zelf, zijn, zo lijkt mij, beperkingen inherent aan elke vrijheid en elk recht, dus ook de vrijheid van meningsuiting. Eerst nog dit. Ik probeer aan te tonen welke beperkingen er zijn. Dit is niet van harte, zeker niet nu de vrijheid van meningsuiting zo belaagd wordt. Ik wil dan ook meteen het volgende stellen, en dat met de gevleugelde woorden van een al even belaagd politicus: ik doe dit voor één keer, en daarna nooit meer.

Wat zijn nu de limieten aan de vrijheid van meningsuiting? Vrij simpel. Wanneer de vrijheid van de ene botst met de vrijheden van de ander, moeten beperkingen mogelijk zijn. In elk geval is het in dat geval nodig de verschillende vrijheden en rechten met mekaar af te wegen. Men kan hiermee niet akkoord zijn, maar het is wel de enig mogelijk beperking aan de vrijheid van meningsuiting vanuit liberaal oogpunt. Het is inderdaad een liberaal principe dat de vrijheden van de ene persoon ophouden, wanneer ze de vrijheden van anderen aantasten. Een voorbeeld. Wanneer ik oproep tot geweld, wanneer ik bijvoorbeeld oproep om, pakweg, de Iraanse leider Ahmadinejad, te vermoorden, omdat hij het Westen meermaals heeft beledigd...misschien is dit een slecht voorbeeld. Een ander voorbeeld. Stel ik roep in het publiek op om Jean-Marie Dedecker van kant te maken. Welnu, in dat geval beperk ik de rechten en vrijheden van Jean-Marie. Het recht om zich vrij te bewegen bijvoorbeeld, want hij zal nu misschien moeten onderduiken. En, aangezien zijn leven nu in gevaar is, is zijn recht op veiligheid in gevaar. Hij kan nu ook vermoord worden: zijn recht op leven is in gevaar. Enzovoorts. Om al deze redenen is het duidelijk dat het oproepen om iemand anders te vermoorden niet kan. Wanneer ik meer algemeen oproep tot geweld tegen de ene of de andere of tegen één of andere groepering, dan heb ik wel in alle vrijheid mijn recht op meningsuiting uitgeoefend, maar dit komt wel in aanvaring met de vrijheden en rechten van anderen.

Natuurlijk is het vaak niet zo duidelijk afgelijnd als in bovenstaand voorbeeld. Wat bijvoorbeeld met het “aanzetten tot haat”? En hoe moet dat precies worden omschreven? Wat is dat, aanzetten tot haat? Aan de andere kant lijkt het wel duidelijk dat ook het aanzetten tot haat kan leiden tot het aantasten van de vrijheden van diegenen waartegen de oproep is gericht. Dus moeten we, ook vanuit liberaal oogpunt, toch eens heel goed nadenken wat hier voor ons het zwaarste weegt: de absolute vrijheid van meningsuiting of het aantasten van andere vrijheden. Geen eenvoudige kwestie.

Nu komen we bij een heikel punt. Mag je andere mensen beledigen, uitlachen of kwetsen? Als ik iemand beledig of kwets, tast ik dan ook bepaalde van zijn vrijheden aan? Misschien wel, maar dat is niet per definitie zo, of altijd en overal. Het hangt van de persoon of personen zelf af. Christenen bijvoorbeeld voelen zich niet in het minste beledigd of gekwetst wanneer iemand als Etienne Vermeersch weer eens aankomt met zijn wetenschappelijk bewijs dat God niet bestaat (de ultieme belediging, me dunkt, voor de creationisten). Neen, in dat geval schrijven ze hem e-mails waarin staat dat ze voor hem zullen bidden. Anderen dan weer zijn wel beledigd wanneer de profeet wordt afgebeeld, iets wat ze overigens zelf doorheen de eeuwen meermaals hebben gedaan. Punt is dat je met elke mening altijd wel ergens iemand zult kwetsen of beledigen. Je kunt niet, je mag niet met alle gevoeligheden rekening houden. Want dan kan of mag je niets meer zeggen. In dit geval lijkt het mij dan ook overduidelijk dat bij de afweging de balans duidelijk overhelt ten gunste van de vrijheid van meningsuiting.

Resumerend denk ik dat er beperkingen op de vrijheid van meningsuiting mogelijk zijn wanneer vrijheden van anderen daardoor per definitie en onafhankelijk van de persoon worden aangetast of beperkt. Maar zelfs hier moet altijd de afweging worden gemaakt: dit wordt echter het beste overgelaten aan de rechtbank. De bedoeling van deze post is om de vrijheid van meningsuiting te verdedigen. Mijn excuses dan ook voor deze ietwat lang uitgevallen digressie. Ik geloof echter dat men de eigen positie verzwakt als men de vrijheid van meningsuiting als een absolutisme voorstelt waar op geen enkel ogenblik en in geen enkel geval kan of mag worden afgeweken.

Vrijheid van meningsuiting is geen absolute, maar wel een universele waarde: ze is geldig onafhankelijk van de cultuur. Deze laatste is immers voortdurend in beweging precies als gevolg van kruisbestuiving en kritiek: als gevolg dus van vrijheid van meningsuiting. Wellicht is dat het probleem bij de “fundamentalisten” die hun cultuur graag in steen willen verankerd zien, en kost wat kost de tradities willen bewaren, hoe ouderwets, idioot of irrationeel ook.

De vrijheid van meningsuiting ligt letterlijk onder vuur vanuit de fundamentalistische Islam. Op zich is dat geen probleem: zij hebben ook recht op hun mening, zolang het maar bij woordelijke kritiek blijft. Maar de “vijand” is ook onder ons. Er is namelijk een meer subtiele kritiek, met name dat vrijheid van meningsuiting geen alibi mag zijn om respectloos met mekaar om te gaan. Wanneer het gaat om vrije meningsuiting of om wederzijds respect kiezen sommigen voor het tweede.

CD&V’er Steven Vanackere had het tijdens het debat in het Vlaams Parlement over de Deense cartoons alleen maar misprijzen voor “het belerende vingertje van de zichzelf geëmancipeerd wanende postmodernist, die vindt dat iedereen maar even onverschillig moet zijn als hijzelf over zaken die met levensovertuiging te maken hebben”, om vervolgens met een al even belerend vingertje te pleiten voor wederzijds respect en vreedzame dialoog. Om het met die postmoderne denker uit de 18eeuw, Voltaire te zeggen: mijnheer Vanackere ik heb totaal geen respect voor uw mening, maar ik zal er alles aan doen opdat u ze zou kunnen uiten.

Merk meteen de assymetrie op: het is dankzij de vrijheid van meningsuiting dat mijnheer Vanackere zonder enig probleem kan oproepen tot wederzijds respect. Ook al verafschuw ik die mening, of vind ik ze belachelijk, of – ergst van al – heb ik er geen respect voor - hij mag ze uiten. Maar omgekeerd wil de heer Vanacker wel bekomen dat ik niet langer de spot mag drijven met ideeën of tradities die ik ridicuul vind. (Zoals Voltaire ook deed, overigens zonder enig onderscheid tussen religies, zo onverschillig was hij wel.) Neen, ik moet en zal die tradities respecteren. Maar wie zal dat bepalen? De heer Vanacker? Of Chantal Pauwels misschien? Zij stelt immers, net zoals Vlaams minister-president Yves Leterme overigens, dat we de traditie van rituele slachtingen bij moslims moeten respecteren. Als we ons maar zouden inleven in de redenen voor de rituelen dan zouden we er meer respect voor opbrengen, dixit Pauwels.

Maar moeten we dan ook maar respect opbrengen bij het verorberen van levende visjes, omdat dat traditie is (of was) bij bepaalde feestelijkheden in het zuiden van Oost-Vlaanderen? Het lijkt me dat Pauwels wel de laatste zal zijn om voor dit barbaarse ritueel respect te vragen. Maar waarom voor de ene traditie wel en voor de andere niet? Moet ik dan zwijgen wanneer ik rituele slachtingen een al even barbaars fenomeen vindt, omdat het hier per ongeluk om arme moslims gaat die moeite hebben om zich te integreren en niet om rijke Oost-Vlaamse herenboeren? Fout is fout, traditie of geen traditie. Het is precies daarom dat we vrijheid van meningsuiting zo nodig hebben: om te zeggen wat er fout is. En daar is niets postmodern aan. Om de slogan aan het begin, aangepast aan ons thema, te herhalen:

Freedom of speech, if it means anything, is the right to tell people what they don’t want to hear.

Uiteraard zijn de meeste van die pleidooien voor respect goedbedoeld. Zij die oproepen tot respect schijnen te menen dat maatschappelijke verhoudingen zullen verzuren wanneer er geen respect meer is. Zij stellen het belang van de maatschappij boven de rechten van het individu. Ik meen echter dat ze zich daarin vergissen. Zodra men maatschappelijke waarden onveranderlijk boven individuele rechten stelt, zal die maatschappij verstarren en conservatief worden. Het is precies omdat veel islamitische landen het geloof, de ideologie of de staat belangrijker vinden dan individuele rechten dat de islamitische cultuur door sommigen - niet geheel ten onrechte - achterlijk wordt genoemd. We mogen dan ook niet dezelfde fout maken.

Misschien kan ik dit alles beter illustreren aan de hand van een fictief voorbeeld. In de openingsscène van het eerste deel van The Godfather vraagt een arme begrafenisondernemer een gunst van Vito Corleone. De “godfather” is echter niet bereidt om zomaar die gunst te verlenen. Onze vriend de begrafenisondernemer heeft in het verleden te weinig respect betoond voor de maffialeider. Hij moet op zijn knieën vergiffenis vragen, wat hij dan ook bijna letterlijk doet. Er bestaat geen twijfel over dat Vito Corleone oprecht is in zijn vraag naar respect. Zodra de begrafenisondernemer door het stof is gekropen is, is goedzak Vito dan ook graag bereid zijn vraag in overweging te nemen. Maar, vergeet niet, zo voegt de peetvader er nog aan toe: ooit vraag ik je om een wederdienst. Uiteindelijk is het duidelijk dat hier alles om machtverhoudingen draait. De begrafenisondernemer moet respect tonen omdat Vito Corleone de leider is van een ongenaakbare maffiafamilie. Ik ben de baas, ik heb de macht, ik doe met je wat ik wil, capice? In de minimaatschappij van de maffia is alles tot in de puntjes geregeld. De machtsverhoudingen zijn duidelijk. Vrijheid van meningsuiting is niet voor iedereen toegelaten: enkel voor de machthebbers. Respect betonen doe je tegenover diezelfde machthebbers terwijl zij uiteraard mogen schieten en moorden alsof het een lieve lust is. Dat is het soort maatschappij waar we naar toe gaan als we “maatschappelijke waarden” boven individuele rechten stellen. In Irak, en vele andere islamitische staten, weten ze wat dat betekent.

Ik chargeer wat, maar toch. Het is met respect zoals met solidariteit. De enige ware vorm van solidariteit is diegene die groeit vanonder uit. Maar die kan alleen maar groeien als je het individu de vrijheid geeft om zelf te bepalen wanneer, hoe en met wie solidair te zijn. Een individu die zelf beslist solidair te zijn, zonder druk van buiten of bovenaf, die is pas echt solidair. Hetzelfde geldt voor respect: het zijn de tradities of waarden zelf die respect moeten oproepen. Iemand of iets respecteren doe je als die persoon of die traditie je respect waard zijn, niet omdat een Steven Vanackere, een Chantal Pauwels of een Vito Corleone je dat zeggen. Respect moet verdient worden. Je kan dat niet autoritair declareren.

De diverse oproepen tot “wederzijds respect” hebben overigens veel gemeen met het “aanzetten tot haat”, waar iedereen zo tegen is. In beide gevallen gaat het over groepen. Je moet die en die groep “haten” omdat dat terroristen zijn, of omdat ze tradities naleven die niet de onze zijn, zeggen de haatdragers. De anderen zeggen in feite hetzelfde maar omgekeerd: omdat ze tradities naleven die niet de onze zijn, moet je die per definitie respecteren. Diegene die oproepen tot wederzijds respect als tegenwicht voor van de haatzaaiers zijn met andere woorden in hetzelfde bedje ziek als hun tegenstanders: ze bezondigen zich aan collectivistisch groepsdenken. De haatdragers veralgemenen – homogeniseren, zoals een linkse prof het uitdrukt. Alle moslims zijn terroristen, of ze hangen allemaal tradities aan die haaks staan op de onze. Maar de roepers om wederzijds respect doen hetzelfde. Ondanks hun tradities, of ondanks het feit dat een aantal onder hen terroristen zijn, moeten we moslims en hun geloof respecteren en eerbiedigen.

Vrijheid van meningsuiting staat hier haaks op: het is een individueel recht. Het individu mag zeggen wat zijn mening is. Het gevolg is dat we een palet aan meningen krijgen: sommige vinden de tradities de moeite waarde, anderen niet maar gaan er respectvol mee om, weer anderen vinden ze ridicuul en zeggen dat ook, bijvoorbeeld aan de hand van cartoons. De diversiteit regeert. Tradities worden verdedigd, maar ook aan de kaak gesteld en zijn bijgevolg aan verandering onderhevig. Of ze verdwijnen zelfs helemaal en er komen anderen voor in de plaats: slechtere, maar ook betere. Er is vooruitgang. Zo hoort het.

Freedom of speech, if it means anything, is MY right to tell people what they don’t want to hear.
Read more...

15 februari 2006

Drugs en de legalisering

De P.S. probeert haar blazoen op te poetsen en jongeren af te snoepen van andere partijen voor de gemeenteraadsverkiezingen. Het is immers vooral bij jongeren dat ze ferm tekortschiet want die zijn, nu de mei 68′ers zélf het establishment geworden zijn, niet zo happig meer op het socialisme als ze vroeger waren. Een idee lanceren dat baanbrekend is, populair zal zijn bij jongeren en bij vrijheidsminnenden van àlle partijen… Winst voor de P.S., het aanboren van een nieuwe markt en frustratie bij jongeren van andere partijen omdat de eigen partij irrationeel neen blijft zeggen. Slim.

Maar laten we nu eens grondig nadenken over drugs zelf. Iedereen weet dat er illegale drugs zijn en legale drugs. En die legale drugs zijn niet minder schadelijk, maar zijn zo ingeburgerd dat je ze niet makkelijk kan doen verdwijnen, hoewel men dat probeert met de sigaret. En iedereen weet ook dat drugs schadelijk zijn voor de gezondheid. Dat is een feit.

En dan?

Als ik, als volwassen persoon, beslis dat ik drugs wil gebruiken, in privé-omgeving, zonder aanwezigheid van minderjarigen, DUS zonder enige overlast voor een derde, dan is dat mijn zaak. Ik mag dus marihuana roken, ik mag heroïne spuiten of xtc nemen, of cocaïne snuiven. Dat is volledig mijn eigen beslissing, mijn vrijheid, én mijn verantwoordelijkheid.

Toch verbiedt de wet mij om drugs te kopen, te bezitten of te gebruiken. Waarom? Omdat het slecht is voor mij? Als iets slecht is voor mij, en ik wéét dat, dan heb ik nog altijd het recht om zelf, op basis van correcte informatie te beslissen of ik het doe of niet. A fortiori wanneer ik iets kan doen zonder dat een ander er bij betrokken is. Wat is dan de logica van het huidige drugsbeleid?

De logica ervan is dat men mij wil beschermen tegen mijzelf. Dat men mijn vrijheid inperkt omwille van mijn eigen welzijn en veiligheid. Het is de logica van totalitarisme en dictatuur waarbij men er op arrogante wijze van uitgaat dat ik niet verstandig genoeg ben om zélf beslissingen te nemen. In die zin is de huidige drugswetgeving pervers, arrogant en een flagrante inbreuk op het recht om over mijn eigen leven te beslissen. Met andere woorden: het is een slechte wet die eigenlijk zou moeten worden afgeschaft, en wel onmiddelijk. Een volwassen persoon heeft het recht om drugs te gebruiken, en wordt dit verboden. Welnu, de staat heeft het RECHT niet om dat te doen.

Maar een anti-drugs standpunt is heel populair, vooral bij conservatieven en mensen die mijn vrijheid willen inperken om me tegen mezelf te beschermen. Waarom? Ze geven geen echte redenen. Men verwijst naar het illegaal zijn van drugs om te zeggen dat gebruikers criminelen zijn. Maar waarom is het überhaupt illegaal?

Drugs zijn slecht voor mij. Als ik iets wat slecht is voor mij wil gebruiken, dan heb ik dat recht. Dat is mijn vrijheid.

En de liberale partij, de partij die pretendeert het liberalisme uit te dragen, verdedigt in dit niét mijn vrijheid. Het officiële VLD-standpunt uit het programma is:

“De VLD staat voor een drugbeleid, waarbij zowel het aanbod als de vraag worden teruggedrongen. Bestrijding van het aanbod kan enkel door een harde aanpak van de dealers en producenten door politie en gerecht. De vraag kan enkel worden teruggedrongen door een ontradingsbeleid dat waarschuwt voor de schadelijke effecten van alle drugs.

Gebruikers moeten op een verstandige manier (via de hulpverlening) worden aangepakt. Een gerechtelijke interventie is aangewezen als de gebruiker minderjarig is, als iemand gebruikt in aanwezigheid van minderjarigen, als iemand voor maatschappelijke overlast zorgt of wanneer zijn of haar gebruik problematisch is.

De VLD verzet zich tegen de legalisering van druggebruik. Drugs zijn schadelijk voor de gezondheid. Een legalisering houdt in dat je ook een bevoorradingscircuit moet voorzien. De coffeeshops in Nederland tonen aan dat deze vaak dienen om ook verboden drugs te verhandelen. Tenslotte is België gebonden aan Europese en internationale verbodsbepalingen.”

Waarom wil de VLD de aanbod van en de vraag naar drugs beperken? Daar heeft zij toch geen zaken mee? Waarom wil de VLD drugs blijven verbieden? Waar haalt zij dat recht?
Waarom verzet de VLD zich tegen legalisering van druggebruik? Dat het schadelijk is weet iedereen. Maar dat iets schadelijk is, is geen reden om het te verbieden. Ook moet men de gebruikers die meerderjarig zijn en niemand schade berokkenen met rust laten. Het argument van de coffeeshops ten slotte is een wanstaltig en volledig foutief argument. Het draait ook enkel om het idee dat drugs in de illegale sfeer zitten, wat enkel zo is omdat men het verbiedt. Als je iets verbiedt, dan is het natuurlijk illegaal, dat is een tautologie. De Europese en internationale verbodsbepalingen ten slotte zijn al even grote bullshit. België hoeft zich door niemand dat verbod laten opleggen, België kan zich gewoon terugtrekken uit die verbodsovereenkomsten.

Dat deel van het VLD-programma is duidelijk on-liberaal en geschreven door mensen die het liberalisme an sich ofwel niet kennen ofwel miskennen.

Ik steun de volledige de-penalisering van het gebruik, het bezit en de handel in verdovende middelen. Ik steun ook informatie- en ontradingscampagnes zodat mensen een keuze kunnen maken op basis van de feiten. Weet waar je aan begint, en beslis zélf. Niemand anders heeft het recht om voor jou te beslissen.

Ten slotte nog deze opmerking: ikzelf gebruik geen drugs. Ook niet het getolereerde marihuana. Om de simpele reden dat ik op basis van mijn kennis erover heb beslist dat ik mijn lichaam er niet aan wil blootstellen. Niét omdat het illegaal is.

Read more...

13 februari 2006

Kåre Valebrokk over Selbekks verontschuldigingen (Hoegin)

Vrijdag bood Vebjørn Selbekk, de hoofdredacteur van het Noorse tijdschrift Magazinet dat in januari de beruchte Deense cartoons publiceerde, zijn verontschuldigingen aan. Kåre Valebrokk, directeur van de Noorse privé-zender TV2, is daar niet bepaald geestdriftig over.

Het achtergrondverhaal van de verontschuldigingen van Vebjørn Selbekk is bijzonder merkwaardig. Kåre Valebrokk beschrijft het als volgt: «De Noorse-Kasjmierse Ali Khan en Dagfinn Høybråten, beiden lid van het [christen-democratische] Krf, hebben een nachtelijke vergadering gehouden met de Islamitische Raad van Noorwegen, en zijn daar overeengekomen dat Vebjørn Selbekk zijn verontschuldigingen zal aanbieden.» Die excuses werden vrijdag openbaar gemaakt op een persconferentie in de lokalen van het Ministerie van Arbeid en Sociale Integrering, maar Minister Bjarne Håkon Hanssen onderstreepte dat de Noorse regering met de zaak niets te maken had. De persconferentie was in ieder geval goed getimed zodat de verontschuldigingen bekend konden gemaakt worden vóór het vrijdaggebed, wat toch wel bijzonder goed uitkwam voor de Noorse Regering, en in het bijzonder de Noorse Minister van Buitenlandse Zaken Jonas Gahr Støre. Ongetwijfeld zuiver toeval.

Op die persconferentie bood Vebjørn Selbekk geen verontschuldigingen aan voor de publicatie van de cartoons op zich, maar wel voor de gevolgen van de publicatie, zowel voor hemzelf als voor anderen. Een nuance die ongetwijfeld aan de meeste moslims voorbij zal gaan, en Mohammad Hamdan, de voorzitter van de Islamitische Raad, kon alvast met die verontschuldigingen leven. In ieder geval is wat hem betreft de zaak daarmee afgesloten. Verder ging Vebjørn Selbekk zover de moslimgemeenschap in Noorwegen te loven voor hun houding tijdens de controverse, en haalde daarbij de persconferentie zelf aan als voorbeeld van hoe het multi-culturele Noorwegen wel degelijk werkt. Een merkwaardige uitspraak voor iemand die onder politiebescherming staat en meerdere persoonlijke doodsbedreigingen heeft mogen ontvangen, maar blijkbaar was het de bedoeling dat Selbekk op de persconferentie de kelk tot op de bodem zou leegdrinken.

Wie niet kan leven met de verontschuldigingen van Vebjørn Selbekk is Kåre Valebrokk. De man is op dit ogenblik directeur voor de Noorse privé-zender TV2, en is vroeger nog hoofdredacteur geweest van de zakenkrant Dagens Næringsliv. In zijn wekelijkse column op zondag in de krant Aftenposten gaf hij gisteren zijn mening over de hele zaak weer. Hij onderstreept dat de vrijheid van meningsuiting een fundamentale zaak is waarop niet toegegeven mag worden, maar anderzijds citeert hij ook Simon Jenkins van The Sunday Times waar die zegt dat een volledige vrijheid van meningsuiting enkel mogelijk is wanneer je helemaal alleen op een bergtop staat. In alle andere situaties hou je rekening met de andere, en pas je dus ook je stijl en je boodschap aan. Zo kan een TV-zender misschien wel het recht hebben om al in de vooravond hete sex-scènes uit te zenden, maar toch wordt daar beter mee gewacht tot de meeste kinderen al in bed liggen. Op dezelfde manier kiest hij er op dit ogenblik voor om de cartoons niet te publiceren, omdat hij in de reeds gespannen situatie niet meer levens in gevaar wil brengen. Hij blijft zich echter het recht toeëigenen dat te mogen en kunnen doen als hij dat zou toch willen.

Wat hem echter dwars zit met betrekking tot de verontschuldigingen van Selbekk is dat de vrijheid van de Noorse redacteurs in het gedrang is gekomen:
Vanaf nu hebben wij, redacteurs, geen alleenzeggenschap meer over onze TV-zenders en kranten. De Islamitische Raad is nu mederedacteur geworden. Indien de moslims het oneens zijn met wat wij tonen of schrijven, volstaat het een paar ambassades in brand te steken om ons te doen plooien. Voor een gevaarlijk groot deel hebben we de redactie afgegeven aan de fundamentalisten. Deze nieuwe rol bevalt me niet. Het is nu dat de vrijheid van meningsuiting al zijn vrienden nodig heeft.
Wijze woorden waar weinig aan toe te voegen valt, maar in de Noorse regering zal men er zich waarschijnlijk weinig of niets van aantrekken en liever zichzelf willen feliciteren met de eigen «non-interventie» van verleden week. Het is echter duidelijk dat ze er niet in slagen iedereen heel de tijd voor de gek kunnen houden.
Read more...

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>