De totalitaire bedreiging (The Flemish Beerdrinker)
Willy Claes bekende het voorbije weekend op Actua TV. Hij bekende…dat hij de toekomst pessimistisch tegemoet zag. Om dit te illustreren beschreef hij de toekomstige evoluties als een soort vierkant. In de eerste hoek bevond zich de demografische problematiek: de groei van de bevolking. In de tweede hoek zag Claes de groeiende kloof tussen rijk en arm die vroeg of laat tot een uitbarsting moet leiden. De derde hoek bestaat uit de almaar aanhoudende milieuvervuiling. In de vierde en laatste hoek de uitdaging en bedreiging van de globalisering. Als de uitdagingen van dit vierkant niet snel en op adequate manier zouden worden aangepakt, zo stelde Claes, dan was het met onze planeet beroerd gesteld. De oplossing zag hij in een globale aanpak en het opgeven van de “enggeestige” attitudes verbonden aan de natie-staat. Om de kloof tussen rijk en arm te verkleinen bijvoorbeeld moet er meer solidariteit komen, solidariteit die dan vermoedelijk van bovenaf moet worden afgedwongen door een soort van wereldregering. Ik deel het pessimisme van Willy Claes niet. Cijfers van de Verenigde Naties suggereren dat de groei van de bevolking stilaan stilvalt en dat we een piek gaan zien in 2050. In vele delen van de wereld, ook bijvoorbeeld in China, is niet de groei van de bevolking maar de vergrijzing het grote “probleem”. Uiteraard zijn er nog wel regio’s in de wereld waar de demografische evolutie niet gunstig is, zoals in het Midden-Oosten en Afrika, maar ervaring uit het verleden suggereert dat hiervoor geen globale aanpak nodig is. In een wereld waar de situatie zo sterk verschilt van regio tot regio en zelfs van land tot land, valt moeilijk in te zien hoe een globale aanpak een meerwaarde kan betekenen. De behoeften van Japan zijn totaal verschillend met pakweg, Nigeria. Bovendien is het niet zeker dat de groei van de bevolking noodzakelijk slecht is. Nog steeds socialist zijnde is het evenmin verwonderlijk dat Claes per definitie aanneemt dat de kloof tussen rijk en arm groeit. Maar is dat wel zo? Wel, als men kijkt naar het inkomen, dan is er wat dat betreft geen eensgezindheid, zelfs niet over de manier waarop we de inkomensongelijkheid moeten definiëren en meten. Toch zijn er onderzoeken die suggereren dat de inkomensongelijkheid eerder af- dan toeneemt. Hoe dan ook kunnen er hier geen ferme uitspraken over gedaan worden. Wat wél vaststaat, is dat voor wat betreft een hele reeks andere – belangrijke – indicatoren de kloof tussen rijk en arm wel degelijk verminderd, in plaats van toeneemt. De verschillen in levensverwachting bijvoorbeeld tussen het rijke Westen en het arme Zuiden nemen af. Hetzelfde geldt voor kindersterfte, ondervoeding, onderwijs. Ook de verspreiding van verschillende technologieën wordt steeds minder ongelijk. Of het met het milieu slechter of beter gaat is een dusdanig betwiste zaak dat ik me er niet over uitspreek. Maar sinds Björn Lomborg mogen we toch aannemen dat de geruchten over de dood van de natuur fel zijn overdreven. Er is natuurlijk het probleem van de opwarming van de aarde; maar in tegenstelling tot wat sommige berichten in de pers doen geloven, zijn de gevolgen ervan niet voor alle regio’s in de wereld negatief. Punt is natuurlijk dat mensen als Willy Claes hun geliefkoosd staatsinternationalisme niet zomaar zullen opgeven. Zelfs indien de door Claes aangehaalde problemen minder erg blijken te zijn dan aangenomen, staat het in de sterren geschreven dat hij er andere zal proberen aan te halen om zijn “globale” aanpak te verdedigen. En hierin schuilt een bijzonder gevaar. Het gevaar namelijk van de totalitaire bedreiging, dewelke uit de doeken wordt gedaan door Bryan Caplan in dit boeiend maar ook verontrustend werkstuk. Hoe is het mogelijk dat we in een tijdperk van democratisering en net nu we een totalitaire tiran als Saddam Hussein hebben afgezet, we het totalitarisme als een bedreiging moeten aanzien? Welnu, zegt Caplan, wat we ons moeten afvragen is waarom totalitaire systemen zo onstabiel zijn gebleken. Hoe komt het dat het nazime, het stalinisme en het maoïsme uiteindelijk ten onder zijn gegaan? Als we dat weten en als we beseffen dat de redenen van instabiliteit in de toekomst wel eens afwezig kunnen zijn, dan volgt daaruit dat een stabiel en zelfs eeuwig totalitair systeem mogelijk wordt. Welk zijn nu deze oorzaken van instabiliteit? Caplan gaat daarvoor ten rade bij die grote analist van het totalitarisme: George Orwell. Orwell schreef:
There are only four ways in which a ruling group can fall from power. Either it is conquered from without, or it governs so inefficiently that the masses are stirred to revolt, or it allows a strong and discontented Middle Group to come into being, or it loses its own self-confidence and willingness to govern... A ruling class which could guard against all of them would remain in power permanently. Ultimately the determining factor is the mental attitude of the ruling class itself.
In feite kan een totalitair regime op twee wijze in haar bestaan worden ondermijnd: ofwel door een bedreiging van binnenuit, ofwel een bedreiging van buiten uit. Met het verdwijnen van de dictator verdwijnt vaak ook het totalitair regime: de dood van Hitler was het einde van het nazisme, de dood van Stalin luidde het einde van het stalinisme in. Natuurlijk kwam met de dood van Stalin er geen einde aan het totalitaire regime in de Soviet-Unie. Reden daarvoor was dat de heersende klasse natuurlijk er alle belang bij had het regime verder te zetten. Hun “goesting” om te overheersen was nog niet verdwenen, als het ware. Daarvoor moesten de scherpe kantje er wat worden van afgevijld, maar de essentie bleef van kracht. Punt is dat zolang de heersende klasse een oplossing kan vinden voor de opvolging van de overleden dictator en zolang ze zelf de eenheid binnen de rangen kan bewaren, er hen niets van weerhoudt om eeuwig te regeren. Caplan stelt nu dat met de technologische vorderingen bijvoorbeeld inzake genetische manipulatie dergelijke “brave new world” wel eens realiteit kan worden. Het merkwaardige is nu dat het nazisme in feite veel stabieler was dan het stalinisme. Stalin had veel meer bloedvergieten nodig om zijn echte en zijn vermeende vijanden uit te schakelen dan Hitler. Zelfs ten tijde van oorlog had de bevolking van Duitsland relatief weinig te lijden onder het totalitair nazistisch regime (wel van geallieerde bombardementen), tenzij je natuurlijk jood was, of soldaat. Toch was het veel sneller afgelopen met Hitler dan met Stalin. De reden natuurlijk was dat Hitler geen nazisme zocht in één land, maar min of meer de wereld wilde veroveren. En dus werd, met een aantal uitzonderingen, die hele wereld zijn vijand. Het Hitler-regime is ten onder gegaan aan zijn eigen expansiedrift. Er is geen reden om te geloven dat als nazi-Duitsland geen bedreiging had gevormd voor zijn buren het regime snel ten onder zou zijn gegaan. Het had misschien even lang kunnen duren als het communisme. Kortom, zonder bedreiging van buitenaf en wanneer men de opvolgingskwestie kan oplossen kan een totalitair regime in principe eeuwig duren. En wanneer is er geen bedreiging van buitenaf? Wanneer dat regime het enige regime op aarde is natuurlijk. Caplan vreest nu dat wanneer we alsmaar meer problemen gaan definiëren als globaal van karakter die dus enkel op globaal niveau kunnen worden aangepakt, de roep om een sterke wereldregering met uitgebreide bevoegdheden ook alleen maar sterker zal worden. Zo ver zijn we uiteraard nog niet, maar de eerste tendensen zijn wel zichtbaar. Het meest voor de hand liggend voorbeeld is de opwarming van de aarde waar inderdaad sommigen fel pleiten voor internationale afspraken waarbij de bevoegdheden en macht van de “natie-staten” ondergeschikt worden gemaakt. En in deze kaderen ook de uitspraken van Willy Claes. Caplan stelt dus dan we ons op een hellend vlak begeven richting wereldregering waar geen enkele tegenmacht meer tegenover staat. Als de vooruitgang inzake biotechnologie dan ook nog eens het opvolgingsprobleem van de nieuwe heersende wereldklasse kan oplossen, zitten we met een totalitair regime dat geen vijanden en bedreigingen meer heeft en dus in principe eeuwigdurend wordt. Caplan stelt duidelijk dat wanneer de keuze gaat tussen allemaal ten onder gaan aan “global warming” of het leven onder een eeuwige “brave new world”, hij niet zeker is dat de tweede optie wel de voorkeur verdient. Natuurlijk is het niet zeker dat als we ons eenmaal op een hellend vlak bevinden we alleen maar naar beneden kunnen storten. Wellicht kunnen we nog afremmen en zelfs rechtsomkeer maken. Maar daarvoor zijn er remmen nodig. Een van die remmen uiteraard is een blijvende aanwezigheid van lokale staten. Een andere rem is het voorkomen dat biotechnologie en genetische manipulatie een monopolie van de overheid wordt. Ten slotte moeten we vooral zeer kritisch blijven tegenover diegenen die, doomscenario’s in de hand, pleiten voor een globale aanpak. Een dictatoriaal regime heeft vaak zelf een vijandbeeld nodig om het eigen terreurregime te verantwoorden. Zonder het kapitalisme had Stalin zijn vijanden nooit als klasseverraders kunnen liquideren. En zonder Duitsland had Stalin nooit zijn binnenlandse tegenstanders als landverraders kunnen uitschakelen. Welnu de nieuwe “internationale bedreigingen en uitdagingen” die Claes aanhaalt, spelen nu de rol van het kapitalisme en van Duitsland in de tijd van Stalin. Ze zijn het alibi om te pleiten voor een wereldregering en om de tegenstand daartegen langzaam maar zeker op te ruimen. Maar daarmee stapt men in de val van de totalitaire verleiding.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home