De cultuurconventie van de Unesco (Politiek Incorrect)
In Parijs keurde de Unesco - de cultuur- en onderwijsinstantie van de Verenigde Naties - met een overweldigende meerderheid van 148 voor-stemmen op een totaal van 154 de zogenaamde 'conventie voor culturele diversiteit' goed. Door de goedkeuring van deze conventie wordt cultuur (boeken, films, muziek, musea,...) niet door de internationale rechtsorde gelijkgesteld met 'gewone' commerciële activiteiten. Door de goedkeuring van deze conventie, is dus benadrukt dat de Wereldhandelsorganisatie niet bij machte is om eventuele overheidssubsidies, staatssteun of beschermende maatregelen te veroordelen wegens concurrentievervalsend. Bij de stemming waren er slechts twee tegenstemmen, zijnde die van de Verenigde Staten en Israël.
De reacties waren dan ook zeer euforisch na het beëindigen van de stemming, in het bijzonder vanuit Frankrijk dat de initiatiefnemer van de conventie was. Dat land vreest al jaren 'overspoeld' te zullen worden door de (Amerikaanse) popcultuur. Het is daarom ook dat de Franse overheid de eigen filmindustrie fors subsidiërt, alsook ruime zendtijd op televisie en radio voorbehoudt aan producties van eigen bodem. Recentelijk was het Franse ultranationalisme in al haar bekrompenheid nog eens naar boven gekomen, toen het Amerikaanse PepsiCo plannen had de Franse zuivelgigant Danone over te nemen. Tot eerste minister De Villepin toe werd er toen georakeld dat deze "vijandige overname" ten alle prijze diende vermeden te worden.
Het is alleszins verheugend te moeten vaststellen dat de VS in het Unescodebat toch een andere viool stemde dan in Europa. Het is namelijk beklijvend te moeten vaststellen dat cultuurproducties op het Oude Continent - en bijgevolg jammer genoeg ook in Vlaanderen - blijkbaar alleen maar kunnen overleven met de nodige overheidssteun. Het valt op dat hier in Vlaanderen zaken als cultuur & sport samen met het onderwijs blijkbaar zeer heilige huisjes zijn die koste wat het kost onder de beschermende vleugels van Vadertje Staat dienen geplaatst te worden. Men gaat er steevast van uit dat culturele diversiteit niet meer kan overleven zonder het nodige overheidsgeld.
De eerste vraag die men zich namelijk kan stellen is waarom juist een legertje overheidsambtenaren beter in staat zou zijn om te bepalen wat 'cultuur' zoal is, en welke projecten zoal in aanmerking zouden kunnen komen om overheidsgelden in de wacht te kunnen slepen. Vaak valle andere cultuurprojecten, die andere mensen misschien wel zouden kunnen appreciëren, buiten de subsidieboot. En het is juist dan dat de overheid zo oneerlijk is tegenover de belastingbetaler: Zij dient namelijk - in sommige gevallen - haar geld op te hoesten aan zaken waar zij niet voor heeft gevraagd. Zeker naar de lagere inkomensklassen toe zijn cultuursubsidies totaal onrechtvaardig. Het is namelijk begrijpelijk dat zij liever extra geld overhoudt om bijvoorbeeld eens op reis te kunnen gaan, danwel een goedkoop entreeticketje voor bijvoorbeeld een operavoorstelling in de wacht te slepen. Die operavoorstelling - of de entrees nu bijvoorbeeld €35 of €25 na overheidsdotatie zouden kosten maakt absoluut de zaak niet - wordt meestal toch bijgewoond door de welstellende midden- en hogere klasse. Dat verschil van tien euro maakt voor hen echt het verschil niet. In feite dienen dus ook de lagere inkomensgroepen in de samenleving de hobby van de rijkeren in de samenleving mee te financieren, iets wat totaal onaanvaardbaar is. En zoals reeds gezegd, wordt door de overheid soms stukken gefinancierd waar de mensen niet voor vragen. Een zeer recent voorbeeld is de subsidie die de Vlaamse regering zal uittrekken voor het toneelstuk 'Onze Lieve Vrouw van Vlaanderen'. De scenarist van dit stuk is een Vlaming van Tunesische afkomst. Het stuk is echter zeer controversieel omdat het de christenen ronduit beledigt, gezien op de affiche een madonna - wie weet zelfs de heilige maagd Maria? - afgebeeld staat met ontblote borsten (zie afbeelding bovenaan). Het zou dan ook maar al te begrijpelijk zijn dat overtuigde christenen hier in Vlaanderen zich geschoffeerd zullen voelen, wanneer ze te weten komen dat hun belastinggeld gespendeerd wordt aan zulke zaken. Het spreekt voor zich dat zowel de opvoering van het stuk, alsook de verspreiding van de affiche zelf wel degelijk aanvaardbaar is; maar dit wil niet zeggen dat hier overheidsgeld aan moet gespendeerd worden. Daarvoor ga je dan maar beter zelf op eigen kosten, en eigen vrije wil naar het stuk kijken.
Een ander veelgehoord argument - zeker vanuit nationalistische hoek - is dat zonder cultuurbeleid en/of -subsidies het eigen cultureel erfgoed teloor zou gaan. De vraag die men zich dan kan stellen is of de eigen cultuur - of welke overheidsdefinitie hier ook aan moge gegeven worden - dan echt wel zoveel voorstelt. Het is niet juist met de subsidies, maar zonder subsidies dat de eigen cultuur kan floreren. Laat het nu juist de VS zijn die de wereld overspoelen met hun culturele (hoewel...) producties op vlak van muziek en film. Het is juist dat land dat een pleidooi houdt voor de afschaffing van overheidsbemoeienis op cultureel vlak. En waarom overheerst de Amerikaanse popcultuur nu juist de wereld? Niet omdat de VS zo'n geweldig groot land is - China is bijvoorbeeld groter dan de VSA, maar van een culturele Chinese overheersing valt eigenlijk niet veel te merken - en ook niet omdat men er Engels spreekt en Engels een internationale wereldtaal is. De meeste films van Amerikaanse makkelij die hier worden vertoond, worden zowel in het Nederlands als het Frans ondertiteld. En zonder die ondertitels zouden heel wat mensen afhaken nog naar anderstalige films te gaan zien. Schaf dus de cultuursubsidies af, en Vlaanderen kan de ambitie koesteren om de wereld te veroveren!
Nog een zwaktebod in het hele debat is dat wanneer cultuur aan de privé-sector zou overgeleverd worden, de toegankelijkheid hiertoe enorm zou afnemen. Steeds weer worden doemscenario's alsof de maatschappij zou onderverdeeld worden in twee categorieën - de ene helft van de bevolking horig aan een massacultus; en een andere elitaire helft die klassieke kunsten kan gaan opsnuiven - naar voren gebracht. Ook de privé-sector beseft maar al te goed dat de bevolking geen homogene entiteit is met een en dezelfde smaak voor cultuur. Daarom zal ook in een systeem van vrije concurrentie het culturele aanbod onomstotelijk breed zijn, en naar alle waarschijnlijkheid zelfs breder dan onder het huidge systeem van overheidspaternalisme. Ook zal de privé-sector wel tot inzicht komen dat zij geen al te hoge toegangsprijzen voor (klassiekere, meer "elitaire") concertbezoeken en musea niet al te hoog kan opdrijven, want dan komt er uiteraard niemand meer zien.
In de uitgavenbegroting van 2005 van de Vlaamse regering stond een budget van maar liefst 33,7 miljoen euro klaar, alleen al als subsidie voor de Vlaamse Opera en het Vlaams fonds der letteren. Met dit gegeven vertrekkende zal naar alle waarschijnlijkheid wel een veelvoud van dat bedrag naar het Vlaams cultuurbeleid gaan. Het wordt dus tijd dat deze toch wel hoge sommen terug aan de bevolking worden teruggeschonken, opdat zij op eigen initiatief naar eigen gewenste museumbezoek voor voorstelling kunnen gaan. En Bert Anciaux ineens ook zijn valies maken: Niet alleen omdat deze man gewoonweg onuitstaanbaar is, maar omdat zijn departement van jeugd, cultuur en sport gewoon geen enkele releventie heeft om onder toezicht van de overheid te staan.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home