De Vlaamse miljoenendans (Politiek Incorrect)
Enkele weken geleden vochten Vlaams minister van Economie Fientje Moerman (VLD) en diens socialistische onderwijs- en tewerkstellingscollega Frank Vandenbroucke nog om de kredieten van een verwachte begrotingsmeevaller van 230 miljoen euro, teneinde hun eigen beleid wat extra in de verf te kunnen zetten. Maar er is een oeroud Vlaams gezegde dat luidt 'als twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen." En die derde hond blijkt nu de federale overheid te zijn, die niet met het been maar er ook nog eens met een extra doos Pedigree Pall vandoor is.
Het been omvat zogezegd achterstallige BTW-ontvangsten van het Vlaamse overheidsbedrijf en waterzuiveringsfirma Aquafin. Aquafin werd in 1991 opgericht, en toen onderworpen aan een gunstig BTW-tarief van 6%. Maar de federale overheid besliste in 1993 ook het waterzuiveringsstation Aquafin aan de algemene BTW van 21% te onderwerpen, maar daar trok Aquafin zich niets van aan. Zij bleef nog steeds de ontvangsten van 6% BTW aan de federale overheid restitueren, en na meermaalse controle van de belastingsinspectie bleek dat er eigenlijk niets aan de hand was. In 2001 kreeg het ellendige verhaal nog een extra staart, toen de federale paars-groene regering besliste in het kader van de toenmalige begrotingscontrole alle overheidsinstellingen door te lichten op eventuele achterstallige BTW-inkomsten, vermits deze inkomsten nogal gevoelsmatig terugliepen. En alzo geschiedde: de inspectiedienst van de BTW voerde een grondige controle uit bij Aquafin, en stelde vast dat het al reeds acht jaar te weinig BTW-contributies aan de federale overheid betaalde, goed voor 189 miljoen euro. De toennamlige Vlaamse regering betwistte dit, vermits al die jaren voorheen niemand van de inspectiediensten enig bezwaar maakte.
Aan die onzekerheid kwam echter een einde: de Antwerpse rechtbank van eerste aanleg heeft enkele dagen geleden de Vlaamse regering tot het betalen van maar liefst 287 miljoen veroordeeld, inhoudende de reeds achterstallige 189 miljoen, plus een surplus aan gerechtelijke onkosten en een fiscale boete. De Vlaamse minister van Leefmilieu Kris Peeters (CD&V) overweegt om tegen deze uitspraak in beroep te gaan. Wel zeer opvallend in deze zoveelste aanslag van een geldverslindende federale overheid op de gewestelijke (lees: Vlaamse) overheden, is dat zij in 2001 ook drie Waalse overheidbedrijven heeft moeten onderzoeken, namelijk het financieringsbedrijf SOFICO en de waterbedrijven. Zij betaalden nog minder BTW, in conreto 0%..., vermits zij hun waterzuivering via intercommunales regeleen. En het opvallende van deze zaak is dat er volgens de inspectiedienst van de BTW geen vuiltje aan de lucht is bij deze drie Waalse overheidsinstellingen. Vreemd toch?
Toch is duidelijk dat de Vlaamse ministers zich na hun extase om 230 miljoen euro beter terug in de bugettaire dwangbuis kunnen gaan plaatsen, en zich scherp zetten voor een wederom krappe Vlaamse begroting.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home