Dure Waalse hartoperaties (Politiek Incorrect)
U zult zich ongetwijfeld wel afvragen wat voor iets het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (FKG) is. Dit is een parastatale instelling, opgericht in december 2002, en valt onder de bevoegdheid van de Minister van Sociale Zaken en Gezondheidszorg. Het centrum valt in zekere mate te vergelijken met het Federaal Planbureau, maar maakt echter geen studies en aanbevelingen over economie en tewerkstelling, maar wel - zoals de naam logischerwijze doet raden - over alle gerelateerde onderwerpen in verband met gezondheidszorg.
Een halve week geleden heeft dit centrum een studie opgesteld onder de weinig tot de verbeelding sprekende titel 'Variaties in ziekenhuispraktijk bij acuut myocardinfarct in België'. In feite is het niet meer of niet minder dan een onderzoek naar de prijs-kwaliteitsverhouding van de verschillende ziekenhuizen bij het behandelen van hartproblemen.
Voor de behandeling van hartinfarcten beschikt dit land over drie verschillende types ziekenhuizen. Het eerste type betreft de algemene ziekenhuizen (A-type). Zij verzorgen de eerstelijnsbehandelingen van de nodige problemen, en kunnen desgevallend bij ernstigere ingrepen doorverwijzen naar een meer gespecialiseerde instelling. Die gespecialiseerde instellingen worden ook wel eens de tertiaire ziekenhuizen (B2-B3-type) genoemd. Zij beschikken wel over de mogelijkheid ingrepen zoals radiografie van de hartvaten, angioplastie (het openblazen van een bloedvat met een ballonetje), de plaatsing van een stent of een open hartoperatie uit de voeren. Blijkbaar past men het principe van de echellonering terzake goed uit, ware het niet dat er ook nog een derde type ziekenhuis bestaat dat gespecialiseerd is in hartoperaties. Het gaat hier om de B1-instellingen, die een soort 'tussenstation' vormen tussen de A-ziekenhuizen en de B2-B3-ziekenhuizen. Zij zijn beter uitgerust dan de instellingen van het A-type, maar minder goed dan de B2-B3-instellingen. Zo kan een B1-ziekenhuis wel een diagnostische radiografie van het hart uitvoeren, maar beschikt het niet over de mogelijkheid een stent te plaatsen. Daarvoor dient men de patiënt door te verwijzen naar een B2-B1-ziekenhuis. Het FKG stelt zich dan ook ernstig vragen over het nut van de B1-ziekenhuizen, die niet alleen zeer duur zijn, maar ook weinig performant, vermits zij na de radiografie meestal genoodzaakt zijn de patiënt door te sturen naar een B2-B1-instelling, met alle kosten en eventuele medische complicaties van dien. Dit vermoeden van inefficiëntie wordt versterkt gezien het feit dat een radiografie in 85% van de gevallen leidt tot een medische interventie.
Wanneer de nuchtere cijfers erbij worden genomen, merkt men inderdaad dat er wel iets schort met die fameuze B1-instellingen. Het FKG wijst er op dat de verschillende instellingen een min of meer even goed medisch aanbod aanbieden, maar dat er wel zeer grote kostenverschillen zijn. En niet de best uitgeruste ziekenhuizen (B2-B3), maar wel een behandeling bij een B1-instelling blijkt het duurst te zijn. Per patiënt (met een laag risico), liep de factuur in een A-ziekenhuis op tot gemiddeld 1.440 euro, in een B2-B3-ziekenhuis zo'n 2.030 euro en in een B1-instelling maar liefst 2.170 euro. Ook merkt het FKG op dat er in de B1-instellingen nogal veel vectorcardiografieën - dat volgens de experten van het studiebureau gecatalogeerd staat als een verouderde techniek zonder enige relevantie - worden uitgevoerd: In 83% van de B2-B3-ziekenhuizen werden 2.2 vectorcardiografieën genomen bij 23% van de patiënten, terwijl 85% van de B1-instellingen zeker 3.1 van die cardiografieën bij maar liefst 35% van de patiënten hebben uitgevoerd. Ook krijgt iedere instelling door het FKG een consumptie-index mee, die gemiddeld gezien 1.3 bedroeg in de A-ziekenhuizen, 1.5 in de B2-B3-ziekenhuizen en maar liefst 3.1 in de B1-ziekenhuizen. Dit alles wijst dus duidelijk op de zeer kostelijke grap die die B1-ziekenhuizen vormen. De conclusie van het FKG is dan ook klaar en duidelijk: "Doorverwijzen van A naar B1 heeft weinig zin: coronaire angiografie zonder mogelijkheid tot endovasculaire interventie betekent een extra belasting voor de patiënt bij wie een angioplastie noodzakelijk blijkt." (letterlijk citaat op pagina 18) Kortom, afschaffen die boel!
Het is nu bewezen dat de B1-ziekenhuizen én duur, én inefficiënt werken. Maar wat wil de Belgische klucht nu? Dat er in gans dit land 20 van die B1-ziekenhuizen zijn, waarvan precies drie in Vlaanderen, één in Brussel en - toeval?... - maar liefst 16 in Wallonië. Het is dus duidelijk dat men wederom in het zuiden des lands weigert te opteren voor een duurzaam en efficiënt gezondheidszorgbeleid, en men het blijkbaar maar normaal vindt het geld door deuren en ramen te smijten aan nutteloze zaken zoals de B1-ziekenhuisopnames. Daar mag Wallonië best voor opteren, maar dat betekent niet dat Vlaanderen hiervoor de rekening moet betalen. Want het is tenslotte niet voor niets dat er in de sector van de gezondheidszorg jaarlijks 1,54 miljard euro transfers vloeien richting Waalse en Brusselse poorten. Bent u er na deze vernietigende studie nog steeds van overtuigd dat dit is omwille van de 'solidariteit'?...
Alleszins is het nu bang afwachten wat de minister van Asociale Zaken Rudy Demotte met deze studie zal aanvangen. Zal hij het Waals establishment tegen de haren in durven strijken en een grondige afslanking van de B1-ziekenhuizen overwegen, of wordt deze studie de zoveelste verstomde schreeuw in de Belgische woestijn?
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home